Van echte kuisheid kan je dezer dagen geen enkele autobouwer betichten. Iedereen doet het met iedereen. Twee van de jongste partijen om bij elkaar in bed te kruipen zijn GM en PSA (Peugeot/Citroën). Best gewaagd van de Fransen, aangezien de jongste vijf decennia niet één partij ongeschonden uit een relatie met de grote Amerikaan is gekomen. Maar goed, de banden worden vooral met de Europese dochteronderneming Opel aangehaald en die heeft nog een vrij eerbiedwaardige reputatie.
De eerste vrucht van de samenwerking wordt de volgende generatie van de Opel Insignia, Citroën C5 en de opvolger van de Peugeot 408. Opel zal instaan voor de bouw van alle drie deze modellen. Een meevaller voor het bedrijf dat al jaren met overcapaciteit kampt. Dat kostte uiteindelijk ook de Antwerpse Opel-vestiging de kop. Tussen de regels is meteen te lezen dat deze producten op een gemeenschappelijk onderstel zullen staan. De verschillende constructeurs kunnen in de afstelling dan nog wel accenten leggen, maar reken er toch maar op dat het voor Citroëns unieke hydractieve-ophanging het einde betekent. Binnen de samenwerking zullen Citroën en Peugeot hun expertise dan weer vooral aanwenden voor de ontwikkeling van kleine modellen. Reken dus op wat Frans DNA in de volgende Corsa, Meriva...