Twaalfcilindermotoren worden almaar zeldzamer in het automobiele landschap van vandaag. De reden ligt voor de hand - de Westerse overheden hebben hun geschutskoepels gericht op de emissies en in 12 cilinders brandstof laten ontploffen levert uiteraard meer CO2 op dan wanneer je dat in pakweg 6 of 8 exemplaren moet doen. Ferrari heeft op zich nog een vrij comfortabele positie, want omdat het tot de Fiat Groep hoort, worden de emissies opgeteld bij die van talloze kleine autootjes. Die zuipen in de praktijk vaak dat het een lieve lust is, maar zijn op z'n minst zuinig op papier. Dus twaalfpitters bouwen, dat mogen ze in Maranello nog. Dat is recente creaties als de F12, de krachtigste Ferrari uit de geschiedenis, aan te zien. Maar de belasting op individuele voertuigen, die wordt steeds hoger en niet elke klant is daar ongevoelig aan. Al was het maar uit principe.
Het merk met het Stijgerende Paard werkt dus aan op lossingen. En een hybride-aandrijflijn hoort daarbij. Die is al een tijdje in ontwikkeling. Maar Ferrari sluit bij monde van Amedeo Felisa evenmin uit dat er op middellange termijn ook cilinders op het offerblok moeten. Dat hoeft niet zo'n ramp te zijn - per slot van rekening lanceerde het bedrijf in de jaren zestig de Dino 206 (we hebben een foto op onze Facebook gepost), met een zescilinder middenmotor. Die auto geldt inmiddels als één van de meest gewaardeerde klassieke Ferrari's.