Terwijl bij Toyota de FT-86 II een duidelijke indicatie geeft van hoe de nieuwe sportwagen van het merk eruit zal zien, blijft het tweelingbroertje ervan bij Subaru behoorlijk op de vlakte. Sterker nog, het is een platte bedoening, want Subaru concentreert zich helemaal op het wereldkundig maken van z'n aandrijflijn waarin een boxermotor, een handbediende versnellingsbak symmetrische achterwielaandrijving allemaal in elkaars verlengde liggen. De unieke architectuur is een stuk minder hoog dan vergelijkbare, meer conventionele opstellingen met een V- of lijnmotor. Dat levert een zwaartepunt op dat veel lager is en omdat er helemaal geen gewicht in de overhangen zit, wordt van richting veranderen een stuk eenvoudiger. Plat is in dit geval dus erg goed nieuws. Vanaf de lente van volgend jaar kan je al dat lekkers overigens aanvinken op de bestellijst.
In het onderstel van de in het totaal 4,2m lange, 1,77m brede en amper 1,25m hoge sportwagen legde Subaru het motorblok nog lager en verder achteruit dan bij z'n modellen met vierwielaandrijving. Als we de Japanners mogen geloven dan zorgt het geheel voor een uitzonderlijk direct en natuurlijk stuurgedrag. Het staat duidelijk hoger op de lijst dan vermogen, want ondanks Subaru's geschiedenis met turbomotoren is deze nieuwe viercilinder boxermotor atmosferisch. Over het vermogen of prestaties wijdt het merk nog niet uit. Het heeft daarvoor nog een jaar de tijd.