Als autobouwer moet je weg uit het middenveld. Daar zit de verkoop in een neerwaartse spiraal. Wat het wel goed doet zijn ‘premium’ merken / producten of budgetauto’s. Dat je in die eerste categorie iets kan maken, daar staan we overigens niet van te kijken. Je lapt voor enkele euro’s plastic sierlijstjes tegenaan, gooit er een andere badge op ét voila, je VW Polo uit het middenveld is een premium Audi A1 waarvoor de klant met de glimlach tweemaal zoveel dokt. Dat maakt de constructeurs blij.
Aan de andere kant van het spectrum, bij de budgetauto’s, zit de verkoop ook in de lift. Pessimisten zien daarin een afspiegeling van een maatschappij waarin de brede middenklasse wordt uitgehold en almaar meer mensen ofwel rijk, ofwel arm zijn. Er is echter ook een meer optimistische kijk. Die waarin budgetvriendelijke auto’s de ervaring van een nieuwe auto binnen het bereik brengen van mensen die eerder noodgedwongen op de occasiemarkt gingen shoppen.
De goedkoopste SUV van de markt wordt… duur verkocht
“Voor € 11.990 is het echt de goedkoopste SUV op de markt. En houdt hij dan nog stand?”Tot zover de theoretische insteek voor het verhaal. En dan de praktijk, waarin de Belg zich steevast wél laat verleiden door het het model, maar dat vervolgens voorziet van vele - zo niet alle - toeters en bellen. Neem nu dit regelrechte succesmodel: de Dacia Duster. Die SUV of ‘crossover’ maakte het meest trendy marktsegment van het moment betaalbaar. Maar het zijn geen goedkope Dusters die over de toonbank gaan. Het zijn er van € 17 à 18.000. Dusters met navigatie, lederen zetels, velgen en metaalkeur, met gelakte sierlijsten en bumpers… Leuk voor de eigenaars ongetwijfeld, maar dat moederhuis Renault zo’n model bij elkaar krijgt voor dat budget, daar staan we niet van te kijken. Want ‘goedkoop’ moet je dan al beschouwen als een relatief begrip.
Dat het een SUV kan aanbieden voor € 11.990? Dat is een ander verhaal. Dan is het écht de goedkoopste SUV op de markt. En houdt hij dan nog stand? Dat is wat we in deze exclusieve Auto55-duurtest nagaan. Overigens niet met een Duster van exact de instapprijs. Het exemplaar op de foto’s kost heel precies € 12.070. Op welke luxe we ons dan wel getrakteerd hebben? Een reservewiel. Je moet daar tegenwoordig overigens bijna bij elke auto voor bijbetalen, maar die € 80 is wel erg redelijk.
Een zeldzaam zicht
Alleen het meest noodzakelijke
Deze Duster is zo spartaans dat zelfs een volwaardige wieldop niet van de partij is.
Natuurlijk heeft Dacia z’n instapversie een ‘psychologische’ prijs gegeven. Maar dat doet er niet toe, vinden we. Want je kan hem effectief kopen. Niet dat iemand dat doet, zo weet de invoerder te vertellen. Die beweert dat de Dusters in basisuitvoering in ons land op één hand te tellen zijn. Hij heet overigens ook gewoon ‘Duster’. Zelfs een versiebenaming was er teveel aan. Het testexemplaar kon ook niet uit één of andere stock getapt worden. Dat hebben ze in Marokko (vanwaar ons continent wordt bedeeld) speciaal moeten bouwen. Er worden er zo weinig van verkocht dat de Duster-brochure niet eens de juiste afmetingen toont. Zo’n basisversie is natuurlijk niet korter (4,31m) of breder (2m, spiegels incluis) dan een ander exemplaar. Maar hij is wel een tikkeltje lager. Alleen de echte instappers stellen het zonder dakrails (standaard vanaf het tweede niveau ‘Ambiance’) en Dacia doet zelfs alleen de moeite om aan te geven dat een Duster 1,69m hoog is, dakrails inbegrepen.
Een grote auto voor weinig geld
“Wat we in elk geval al kunnen afleiden, is dat de Duster een grote auto is voor z’n geld.”Wat we uit bovenstaande paragraaf in elk geval al kunnen afleiden, is dat de Duster een grote auto is voor z’n geld. Plaats voor vijf, zonder probleem, en dan ook nog eens 475l kofferruimte. Maar de olifant in de kamer, dat zijn niet de centimeters. Dat is de uitrusting. Of het gebrek eraan. En ja, de tester is Spartaans. Geen radio, geen elektrisch bediende ruiten. Zelfs geen centrale vergrendeling (een afstandsbediening was al uitgesloten, maar dan nog). Zelfs de wieldoppen op de 16” stalen velgen zijn miniem. Ze beslaan alleen de wielnaaf. En als je voor € 11.990 met een Duster naar huis wil, dan heb je keuze uit donderblauw of wit. En je zal je tevreden moeten stellen met zwarte bumpers. Weinig of geen luxe dus. Er zullen zaken zijn die we missen, maar misschien ontdekken we zaken waar we perfect zonder kunnen. Ook dat wordt de inzet van deze langetermijntest. In de eerstvolgende aflevering tikken we onze eerste indrukken uit.