Fiat heeft na decennia van vruchteloos proberen eindelijk z'n tweede adem gevonden. Niet in een poging om nieuwe segmenten te veroveren, noch zich Germaanse waarden aan te meten, maar door te doen waar ze altijd al goed in waren - het bouwen van sympathieke kleine autootjes. De Panda, Grande Punto en 500 geven Fiat voor het eerst in tijden weer ademruimte. En nu zijn de Italianen er natuurlijk op gebrand om de formule ook toe te passen op Alfa Romeo. Het jongste jaar is over Alfa's kleinste drukte gemaakt zoals alleen Italianen dat kunnen. Zelfs de naamgeving was een regelrechte soap. Het project was bekend onder de naam ‘Junior', maar die kleine, levendige berline uit Alfa's verleden wordt vooralsnog geen nieuw leven ingeblazen. Een eerste internetpeiling leverde ‘Furiosa' op, maar dat bleek in Spaanssprekende regio's een compleet verkeerde betekenis te hebben. En een cijfertje was uiteraard uit den boze. Dan zou het Alfa van de oude stempel zijn. Een groots opgezette wedstrijd leverde dan MiTo op; een suggestie van een lezer van een Duits Automagazine. En dat viel wel in de smaak bij Alfa. Het is kort, levendig en de lettergrepen Mi en To kunnen verwijzen naar Milano en Torino, waar respectievelijk Alfa en Fiat gevestigd zijn. Nog niet zo lang geleden zouden de heren bij het sportieve merk er alles voor over gehad hebben om die link te verbergen, maar nu mag het weer. Bovendien klinkt het in het Engels als "me too" (ik ook) en een auto die groepsgevoel opwekt is altijd mooi meegenomen.
De MiTo is Alfa's eerste gamma-uitbreiding in tijden (we negeren de 8C Competizione, dat is een oefening van een andere soort-. Maar omdat de kassa in Milaan niet bepaald uitpuilt van de florijnen, moest het merk zich beperken tot de stukken die reeds binnen de groep te vinden zijn. De keuze viel zoals gezegd op het onderstel van de Grande Punto. Dat is technisch weinig vooruitstrevend, maar de Italianen zijn de laatste jaren bijzonder goed bij de les gebleven op motorisch vlak. Ze kunnen daarom een moderne, krachtige en fiscaal voordelige 115pk sterke 1.6 JTD dieselcentrale voorstellen. Die is in ons land leverbaar vanaf € 18.500. Benzinerijders hebben de keuze uit een atmosferische 1.4 met 78pk die vanaf € 15.000 op uw naam geschreven wordt. Op dat blok vijst Alfa ook een turbo, zoals in het geval van onze testwagen. Die is goed voor 155pk en wordt de uwe vanaf € 17.900. Wil je hem spekken met wat opties dan wijk je best uit naar de Distinctive-uitvoering (in plaats van Progression). Die kost al € 19.400.
Door z'n prijskaartje waagt Alfa zich in het compacte premium-segment. Een recente uitvinding van marketingjongens die erop gericht is meer geld te vragen voor een kleine auto omwille van de uitrusting en het imago dat eraan hangt. En het wordt druk in dat marktdeel. Alleen al omwille van z'n positionering dringt een vergelijking met de Mini (vanaf € 16.240) of Volvo C30 (vanaf € 19.200 -maar die z'n bodemplaat is een maat groter) en de toekomstige Audi A1 zich op. En ook binnenshuis ligt de concurrentie op de loer. Niet alleen staat in dezelfde showroom wellicht de Bravo te pronken (vanaf € 14.990) maar Alfa heeft zelf nog de 147 (vanaf 15.690). Toegegeven, die is op leeftijd maar het is nog steeds een prettige rijmachine.