Citroën heeft de messen geslepen. De nieuwe C5 moet niet alleen praktisch en comfortabel zijn. Aantrekkingskracht en rijplezier zijn aan het recept toegevoegd. En vooral de dieselliefhebber wordt op z'n wenken bediend. Er zijn liefst vier motoren, een 1.6 HDi, 2.0 HDi, 2.2 HDi, en een 2.7l V6. Een ronduit rijkelijke comfort- en veiligheidsuitrusting (met standaard 7 airbags) heeft alvast twee neveneffecten. Het prijskaartje ging de hoogte in en hetzelfde geldt voor het gewicht. De 2.0 HDi Exclusive op de testbank kost al € 33.300, opties incluis. Maar het vergelijk met de Duitse competitie die het model nu zonder schroom aanvalt, doorstaat de Citroën nog steeds.
De koets van de C5 groeit nauwelijks, maar het lijnenspel is een stuk dynamischer geworden. Vandaar dat de berline wat praktische kenmerken opgeeft. De hoofdruimte achteraan kon ruimer, en de koffer scoort zowel in volume als in belaadbaarheid minder dan voorheen.
De tweeliter dieselmotor is dermate soepel en de zesbak zo goed gespreid dat het overgewicht van de C5 in de praktijk nauwelijks opvalt. Behalve dan met inzittenden en bagage of in het verbruik. Deze berline is geen zuinigheidswonder (8l/100km testverbruik). Voor het eerst biedt Citroën de keuze uit een metalen ophanging of het gevierde hydractieve systeem van de fabrikant. De conventionele ophanging is bijzonder soepel en comfortabel, maar kan toch niet tippen aan het typische vliegende tapijtgevoel waar de fans van het merk zo verknocht aan zijn. Alleen al daarom is het zonde dat Citroën in België het systeem alleen op het hoogste afwerkingsniveau aanbiedt (waar het standaard is).