Zoals gezegd, de XF is Jaguar's meest dynamische middenklasser ooit. Dat wil overigens niet zeggen dat hij compact gehouden is. Integendeel, met z'n lengte van 4,96m is hij zelfs bij de grootste in z'n segment. Het merk koos een daklijn die één vloeiende boog vormt, waardoor hij coupé-allures krijgt. Door de hoog opgetrokken schouders, klimmende neus en dikke kont zijn de positie van voor- en achterruit bijzonder horizontaal. Exact hetzelfde als bij de XK zelfs. Het lijkt bijzonder indrukwekkend, maar toch bekruipt ons snel het gevoel dat we naar een eerder banale koets staan de te kijken. Eén die uitgedost is om je op het verkeerde been te zetten weliswaar. Als een politicus met een glimlach.
De chroomstrip achteraan accentueert de breedte, en twee dikke uitlaten in het donkere onderstuk van de bumper (dat liefst als diffuser geboren was) suggeren kracht. Net als de grote grille met verchroomd gaaswerk, de originele windgeleiders in de voorbumper en de katachtige ogen. Het gevoel dat het allemaal nogal ‘fake' is kunnen we niet van ons afschudden. In het geval van de luchtdoorstroomopeningen en de uitlaten klopt het zelfs. En dan ontwaren we wat van de Mondeo in de daklijn... Neen, als de Jaguar ons wil overtuigen, dan zal hij dat op een ander vlak moeten doen. Maar we weten dat niet iedereen onze visie deelt. Dat hebben we kunnen merken aan de reacties van de weggebruikers om ons heen. We betwisten overigens niet dat de koets présence heeft. Hij heeft meer karakter dan een Mercedes, BMW of Lexus uit dezelfde klasse want daaraan zijn we inmiddels gewend.