De Laguna Grandtour is verkrijgbaar met zes motoren, maar wij opteerden voor de kleine 1.5l dCi dieselmotor met 110pk. Een krachtbron zoals de overheid het graag heeft (en die omwille van z'n fiscaal vriendelijke karakter op heel wat aandacht van de Belgische klant mag rekenen). Want een kleine cilinderinhoud levert een schamel verbruik op en dat heeft een positieve invloed op de voor de mens volstrekt onschadelijke CO2-uitstoot. En het werkt. Althans op papier. De Laguna Grandtour verbruikt slechts 5,0l/100km wat overeen stemt met een CO2-volume van 133gr/km. Maar ‘werkt' zo'n motor ook in de praktijk? De kleine vierpitter toont zich met ook nog eens 240Nm koppel en in combinatie met een zesbak alvast in staat om de Grandtour op een acceptabele manier door het verkeer te loodsen. En als je voldoende geduldig bent, mag dat ook wat harder. Tot 150km/u gaat het vlot maar voor de top van 187km/u moet u heel wat tijd uittrekken. Een sprinttijd van 12,3 tellen is voor nagenoeg iedereen voldoende. Maar laadt de Grandtour niet vol mensen of bagage. En al helemaal niet met beiden. Want dan heeft de diesel snel ademtekort. Even met de familie en bagage de bergen in lijkt ons een marteling. U zou zich kunnen troosten met een laag verbruik, maar ook daarvan komt in de praktijk niets. Als u 6,5l/100km haalt mag u een gat in de lucht springen. Het kan net zo goed één of twee liter meer zijn. De reden is nogal eenvoudig... de motor moet vaak het onderste uit de kan halen wat animo in de 1,5 ton zware break te krijgen en dan gaat de brandstof er vlot door. De tweeliterversies verbruiken op papier meer. In de praktijk zal het verschil verwaarloosbaar zijn, als de krachtigste versie al niet zuiniger is.
Niet alleen het interieur is Duits geïnspireerd. Ook het weggedrag is dat. Dat wil alvast zeggen dat de ophanging is uitgedost met dikke stabilisatorstangen om de koets het hellen te verhinderen. Daarnaast zijn veren en dempers stugger geworden. Leuk allemaal als je de Laguna vlot door de bocht wil jagen, maar we beginnen stilaan te hunkeren naar ouderwets Frans ophangingscomfort. Zo is de filtering van kleine oneffenheden ondermaats. Zonde. De stuurinrichting geeft een levendige indruk die vooral te danken (wijten?) is aan wat overbekrachtiging rond de rechtuitstand. De velg zelf geeft eerder weinig gevoel. De boosdoener is de elektrische bekrachtiging. Het weggedrag zelf is voorbeeldig. De break vertoont een licht onderstuurde neiging. Veilig, zonder belachelijk snel rechtdoorneigingen te etaleren. Hij valt in de smaak... alleen niet zo goed als z'n voorganger. Die was weliswaar ‘softer', maar ook prettiger. Een spijtige evolutie die tegenwoordig eerder regel dan uitzondering is.