De twee viercilinder dieselmotoren zijn identiek. Ze hebben beiden een inhoud van 2,2l. De C 200 puurt er maar een karig vermogen van 136pk uit. Deze C 220 levert eigenlijk 170pk, maar fiscale redenen wordt die voor ons land op 163 stuks gehomologeerd. Tussen beide benzineversies gaapt ook een groot koppelverschil. De C 200 pakt met slechts 270Nm liefst 130Nm lager uit dan deze telg. Dat hoge koppel is overigens de voornaamste troef van deze dieselconfiguratie. We reden die namelijk met dezelfde vijftrapsautomaat als de C 200 Kompressor die we in berlinevorm aan de tand voelden. In de benzine overtuigt die niet wegens te loom, maar de bak paart wel uitstekend met deze dieselmotor. Vooral als je de sport-modus kiest. Anders komt de C toch nog te behoedzaam uit de startblokken. De sprinttijd is meer dan correct met 8,8 tellen (de automaat is zelfs één tiende sneller dan de handbak). Op topsnelheid klokt de Mercedes 220km/u. De handgeschakelde versie doet er 4 kilometertjes bij.
Het onderstel is duidelijk tegen meer dan 400Nm opgewassen. De gewichtsverdeling is beter dan voorheen en een selectief dempingssysteem zorgt ten allen tijde voor een groot comfort, ook al omschrijf de je afstelling best als ‘stug'. De C laat zich strak de bocht in zetten en de ganse stuurinrichting blijft daarbij zeer communicatief. Enige minpunt: de Mercedes heeft korte veerwegen, waardoor hij het soms lastig heeft met de grillen van het Belgische wegdek.
Mercedes belooft voor de automaat een verbruik van 6,8l/100km; 7 deciliter meer dan voor de handgeschakelde variant. Tijdens de test verbruikten we 9,0l/100km, maar wellicht spaart u het gaspedaal wat meer.