De compacte SUV is geen modegril. Het is een blijvertje. Dat weet ook VW dat zich traditiegetrouw slechts laat, maar weloverwogen inschrijft op nieuwe segmenten. Het merk weet dan wel steevast volwassen uit de hoek te komen, en dat is hier niet anders. De Tiguan staat op het Golf-platform en bestaat zowel in een stedelijke als een meer op avontuur gerichte versie. Die laatste heeft een neus die zich verder boven de grond verheft. Op mechanisch vlak kunnen we vooral de introductie van de 2.0 common-rail diesel lauweren. Eindelijk heeft VW een dieselmotor waarvan het karakter bij de tijdsgeest past. Hij is vlot, maar eindelijk ook stiller en beschaafder. Overigens slaagt deze 136pk en 320Nm sterke centrale erin een geremde sleep van 2,5 ton in beweging te brengen, en dat is in deze klasse ongezien. Het rijgedrag is veilig en voorspelbaar, maar wel -alweer- saai. De koets ligt strak op de wielen en dat vreet soms aan het comfort.
Het interieur is gerieflijk en degelijk. Het is dan ook overgenomen uit de Golf Plus. De moduleerbaarheid is een opsteker. Ergonomisch klopt de Tiguan als een bus. Zelfs de instap is -op de hoge deurdrempels na- uitstekend. De veiligheidsitems omvatten zes airbags. De elektronic a is wel bijzonder slim. Onder meer omdat ze ook een aanhanger kan stabiliseren. Bovendien vertrouwt de niet permanente vierwielaandrijving ook op de geavanceerde software van de stabiliteitscontrole om de Tiguan uit benarde situaties te redden. Je kan ermee ploeteren, maar vergeet toch niet dat dit géén terreinwagen is. De Tiguan is hooguit correct geprijsd. In de optielijst staan enkele zaken, zoals een snelheidsregelaar, die we op de lijst met standaarduitrusting hadden gewenst.