Onder de kap vinden we de inmiddels overbekende 2.0 TDI dieselcentrale uit de stal van VW. Een motor waarvan we al een half decennium zeggen dat de loopeigenschappen niet meer van deze tijd zijn. Hij laat zich dus kennen als luid, eerder brutaal en de trillingen die het blok produceert vinden hun weg naar de pedalen, de stuurinrichting en de versnellingspook. Gelukkig heeft het met 140pk en 310Nm koppel wel voldoende in huis om de anderhalve ton zware Patriot een beetje vlot uit de startblokken te stuwen. De sprinttijd bedraagt 9,8 tellen. De topsnelheid zou 196km/u bedragen maar ons testexemplaar was eerder weerbarstig en wou niet boven 180km/u. Het was ook nog zeer maagdelijk, vandaar wellicht dat ook de verbruikscijfers nog een beetje tegenvallen. Het testgemiddelde bedroeg 8,2l/100km en dat is gerealiseerd op een cyclus die veel snelweg omvatte. De constructeur belooft 6,7l/100km over een gemengd parcours.
De ophanging is efficient, waardoor de koets nooit gaat deinen en ook rolbewegingen in hun enthousiasme getemperd worden. Zulks gaat wel ten koste van de filtering van kleine oneffenheden. Die is ondermaats. Het weggedrag zelf is zoals dat van de meeste hedendaagse producten; voorspelbaar, correct en duidelijk progressief onderstuurd. Veilig, maar niet meteen dolprettig. Dan maar het terrein in voor wat ontspanning? Wel, zoals de meeste soft-roaders weet de Patriot te overtuigen zolang hij z'n wielen op de bodem houdt. Dat z'n intelligente vierwielaandrijving bij lage snelheden geblokkeerd kan worden (om de helft van het koppel aan de achterwielen te voeden - niet verwarren met een blokkeerbaar mechanisch differentieel) geeft je onmiskenbaar wat meer marge. Wie vaak aan het ploeteren gaat, investeert best in aangepast rubber. Dat liet het tijdens de test vrij snel afweten. De stuurinrichting geniet een goede bekrachting. Extra feedback staat wel op onze verlanglijst.