De binnenafmetingen van de Patriot zijn een meevaller en het dient gezegd dat z'n hoekige structuur daar voor veel tussenzit. Er gaat immers nauwelijks of geen ruimte verloren. Achteraan levert dat een riante hoofdruimte op en behalve een gebrek aan welving van de achterbank is er nauwelijks kritiek te horen. Vooraan zijn de snaren minder goed gestemd. De rijhouding valt mee, maar onderaan de stuurkolom, die overigens enkel in de hoogte regelbaar is, zit een plastic paneel dat enerzijds in de weg zit en waar je anderzijds tijdens een aanrijding absoluut niet met je knieën tegenaan wil slaan. De rijhouding zelf is zoals gezegd niet perfect, maar wel bevredigend.
Van de boordplank kunnen we als positieve noot een goede afleesbaarheid en heldere structuur afspelen. Maar zoals dat bij Amerikaanse producten vaak het geval is, moet je er een fantasieloze aankleding, ronduit goedkoop ogende plastics en een bedenkelijke pasform (die ook nog eens aan de basis van bijgeluidjes ligt) bijnemen. Er is een geriefelijke hoeveelheid bergruimte, aangevuld met vier bekerhouders. Twee voor- en twee achteraan. En ook de kofferinhoud is met 344l voldoende -zeker geen uitschieter- en bovendien zeer regelmatig van vorm. De achterbank laat zich in twee ongelijke delen plat leggen. Laat het zalf op de wonde zijn.
Tijdens het rijden valt enerzijds op dat de lang voorbijgestreefde dieseltechnologie z'n basstem vooral tijdens acceleraties laat horen en voelen. Dat rij- en rolgeluiden aanwezig zijn vinden we minder erg, het is per slot van rekening een Jeep. Daarvoor moet je een beetje avontuurlijk ingesteld zijn.