Op het Brusselse Autosalon knalt Jeep de kleine Patriot in het gamma. Die komt aan de zijde van de Compass. Beide frisse instappers van het merk werden destijds gezamenlijk als studiemodel voorgesteld en Jeep opteerde om ze allebei uit te werken. Onderhuids zijn ze nagenoeg identiek en hun techniek wordt, en niet alleen binnen de Chrysler-groep, met een ganse schare producten gedeeld. De Jeeps onderscheiden zich alvast door hun Freedom-Drive gedoopte vierwielaandrijving. Een elektronische regeldoos zorgt voor een de verdeling van het koppel tussen de voor- en achterwielen.
Het gamma van de Patriot en Compass is door hun gedeelde technische structuur nagenoeg identiek. Onder de kap zit een tweeliter turbodieselcentrale of een viercilinder benzine met 2.4l slagvolume. Deze laatste is met voorsprong de krachtigste want goed voor 170pk. Paarden die het asfalt opzoeken door een CVT-automaat. De diesel met pompverstuivers (want afkomstig van VW) doet het met 140pk en heeft een manuele zesbak in de aandrijflijn.
We gingen tijdens deze test uiteraard met de diesel het pad (letterlijk!) op. In de hier voorgeschotelde Limited-uitvoering zit die stevig in de basisuitrusting, maar kost hij ook al € 26.800. Je wordt verwend met lederen zetels (vooraan verwarmd), een geluidsinstallatie, een neerklapbare achterbank, snelheidsregelaar, mistlichten... De testwagen had twee opties. Metaalkleur (€ 485) en donker getinte achterruiten (€ 270).