De eerste dieselmotoren, 1.4l groot en afkomstig van Toyota, waren onvoldoende pittig om de Mini zonder het risico op frustraties door het verkeer te loodsen. Uiteraard voldeden de prestaties, maar het trakke onderstel schreeuwde gewoon om meer. Een samen met PSA ontwikkelde 1.6, goed voor 110pk bij 4.000t/min en 260Nm (waarvan 20Nm voor rekening is van een tijdelijke overboost-functie) van 1.750 tot 2.000t/min, past daar een mouw aan. Een sprintje naar 100km/u kan in 10,4 tellen en de top bedraagt 193km/u. Allemaal heel netjes. Bovendien is elke versie met een manuele zesbak (dat prettig schakelende bakje is standaard) voorzien van een stop-start-systeem en energierecuperatie. Een aardigheidje waardoor de motor enerzijds enkel wordt gebruikt om de auto voort te bewegen (en dus niet om alle randapparatuur gaande te houden) en dat anderzijds de motor stillegt indien de auto in neutraal tot stilstand komt. Wanneer je je koppeling intrapt om weer een versnelling in te schakelen, komt de diesel automatische weer tot leven. Een gadget dat de Clubman een indrukwekkend verbruikgemiddelde van 4,1l/100km zou moeten opleveren. Helaas hebben we daarvan in de praktijk niets gemerkt. Onze gemengde cyclus kostte 6,3l/100km en wanneer we aandacht aan economisch rijden schonken, daalde de verbruiksindicatie nimmer onder 5,9l/100km. Voor een compacte diesel met zo veel technologie aan boord is dat ronduit teleurstellend.
Het kartgevoel overheerst nog steeds, ook al beschikt de Clubman over een wat langere wielbasis. De afstand tussen de assen verruimen heeft ook een positieve invloed op het comfort, al werd dat bij ons testexemplaar door de grote velgen teniet gedaan. Op wegen met een slecht wegdek bleek de filtering onvoldoende. Dat draagt natuurlijk wel bij aan het veel besproken kart-gevoel. Een andere factor die bewerkstelligt dat de Mini een leuk rij-ijzer is, is z'n directe stuurgevoel. Dat komt vooral door een zeer sterke bekrachtiging, want z'n elektrische systeem (hoewel beter dan voorheen) voelt nog steeds wat kunstmatig aan. Op de prestaties van de remmen valt dan weer niets aan de merken. Die volstaan, ongeacht het gebruik. Wie de inertie van de dieselmotor oordeelkundig gebruikt, zal de achtertrein van de Clubman op een breder spoor krijgen. Dat is dolle pret, maar zoals reeds vermeld bij het hoofdstuk veiligheid... gebruik de uit-schakelaar van de stabiliteitscontrole oordeelkundig. Z'n korte, levendige onderstel, biedt weinig ruimte voor fouten.