Dat Mini heel wat te danken heeft aan het sympathieke omhulsel waarin de passagiers vervoert worden, staat buiten kijf. Dat viel zo goed in de smaak, dat er bij de generatiewissel ook nauwelijks aan werd getornd. De Clubman gooit het natuurlijk over een andere boeg. Toch blijft het product zeer herkenbaar. Mini moest ook z'n geadopteerde geschiedenis niet verloochenen. De naam werd in de jaren zestig immers al gebruikt voor een break-afgeleide waaraan wel wat stijlelementen werden ontleend. De twee openklappende achterdeurtjes bijvoorbeeld. Het dak, de buitenspiegels en de C-stijlen waarin de achterlichten huizen, worden in een contrasterende lakkleur gespoten.
De Clubman moet een praktische Mini zijn. Of toch praktischer dan de berline. De wielbasis is 8cm langer en het totale koetswerk gaat 24cm in de plus. Toch wist Mini de karakteristieke korte overhangen te vrijwaren. De kofferinhoud groeide, al is het nog verre van een slokop. 260l is nog steeds ronduit klein. De kofferbak is wel zeer regelmatig van vorm, waardoor je elke beschikbare liter kan aanboren. De formule met de twee achterdeurtjes is overigens vooral leuk. Praktisch? Niet echt. Dat de achterbank in twee gelijke delen neerklapbaar is (net als bij de berline ) is een zegen. Je kan in luttele seconden de laadcapaciteit tot 930l uitbreiden.