Skoda heeft het gamma van haar vlaggenschip, de Superb, uitgebreid met een nieuwe versie voor de liefhebbers van automatisch schakelen. Voortaan laat de 1.9TDI-motor met 130pk en 285Nm zich immers ook combineren met een Tiptronic-bak met vijf verhoudingen, en die hebben we gereden.

De Superb zelf werd in 2001 voorgesteld op het Autosalon van Frankfurt. De VAG-directie had in betere tijden namelijk besloten dat het onder de arm genomen Oostblok-merk ook nood had aan een echt topmodel dat potentiële klanten van de andere grote budgetwagens kon afsnoepen. In dezelfde bui werd waarschijnlijk ook beslist de VW Phaeton te produceren. Intussen is de Superb een ‘nicheproduct’. Nochtans hadden we er wat in gezien. De Superb is immers gebaseerd op de Passat, maar dan wel de met 10cm verlengde versie door VW Shanghai wordt geproduceerd. Die is dus quasi identiek aan de Volkswagen, maar biedt achteraan een beenruimte die kan concurreren met die van menig toplimousine. En de Superb rijdt in vergelijking met de Passat nog net een tikkeltje beter als je het ons vraagt, omwille van de langere wielbasis en de beter afgestelde ophanging, terwijl het prijskaartje bij een vergelijkbare uitrusting in het voordeel van de Skoda uitvalt. De klanten vinden, met name voor de Fabia en de Octavia steeds meer de weg naar de Skoda-dealer, maar in een prijsklasse van om en bij € 25.000 ligt dat blijkbaar moeilijker. ‘Niche’ dus.

Voor een bedrag van ten minste € 26.290 kan je de Tiptronic-automaat krijgen in combinatie met de 1.9TDI 130pk. Dat is € 2.360 meer dan de handgeschakelde versie. Dankzij een -min of meer permanente- tijdelijke actie kan de basisuitrusting van de Superb voortaan voor een enkele euro opgekrikt worden met, afhankelijke van de gekozen uitvoering, een airco of pakketten met onder meer ESP, leder, verwarmde voorzetelsij Dat komt neer op een korting tussen € 376 en € 2.242. De Superb modeljaar 2005 ondergaat ook enkele detailwijzigingen. Geen facelift, maar echte verfijningen. Zo zal de onderrand van de raamomlijsting ook verchroomd kunnen worden, zijn er andere lichtmetalen velgen en doet een neerklapbare achterbank zijn intrede. Vooral dat laatste is welkom. De rugleuning is volgens een 60/40 verhouding gedeeld, maar een vlakke laadvloer behoort niet tot de mogelijkheden. In elk geval bedraagt de totale laadcapaciteit voortaan 945l. Bovendien werd ook de kofferruimte wat groter; van 460 naar 480l. Dat komt doordat de bank een tikkeltje meer naar voor staat. Dat kon zonder problemen omdat er beenruimte in overvloed was.

Met de Tiptronic vijftrapsautomaat haalt de Superb 100km/u na 11,7sec. De topsnelheid bedraagt 202km/u. De acceleraties zijn nog als vlot te omschrijven, maar helemaal overtuigen doet het niet. Dat heeft te maken met de karakteristieken van de automatische versnellingsbak. Die beschikt namelijk over lange verhoudingen, die efficiënt zijn in het drukken van het geluid en het verbruik (dat 7,1l gemiddeld bedraagt), maar het geheel een wat te lome indruk geven. De eindverhouding is zonder meer te lang, waardoor er (als je je aan de snelheidsbeperkingen houdt) telkens als je op de autoweg gas geeft, teruggeschakeld moet worden. De automaat doet z’n werk dan wel soepel, het blijft tijdrovend. Voor gezapige chauffeurs, of als reiswagen voldoet het zonder meer. Van zodra je er een iets meer levendige rijstijl op nahoudt moet de combinatie ook bij het uitaccelereren van een bocht eerst een versnelling terug en dat wordt zelfs enerverend. De bak lijkt op maat gemaakt van de krachtigere 2.5TDI, en dat zal waarschijnlijk ook wel zo zijn. VAG is lui als het op het aanpassen van verhoudingen aan komt. De wat meer dynamische chauffeur houdt het dus beter op de handgeschakelde versies. De Tiptronic met de hand schakelen is nauwelijks een alternatief, omdat de bak bijna permanent koppelt. Daardoor blijft het toerental dus ook binnen de versnelling variëren en dan is het handgeschakelde gevoel helemaal pleite. Rustige kilometervreters hebben aan deze automaat een aangename partner.