prototype Chevrolet Nubira R+

prototype Chevrolet Nubira R+
Bekijk 3 foto's
Door: REDACTIE 09-11-2007
De omvorming van Daewoo naar Chevrolet, per 1 januari van dit jaar, betekent voor het van oorsprong Koreaanse merk ook dat het een meer Europees imago krijgt aangemeten. Chevrolet mag ons dan wel Amerikaans in de oren klinken, Louis Chevrolet die het merk leven inblies, was een Zwitser. Dat Europeser imago betekent ook meer dynamisme. In het gamma is daarvan nog niet veel te merken, maar daar belooft verandering in te komen. Op het circuit probeert Chevrolet zich op te laten merken in de WTCC-reeksen met de Nubira. Voorlopig nog met bescheiden succes, maar het team houdt zich aan een steile ontwikkelingscurve en hoopt binnen enkele seizoenen voor de titel te kunnen strijden. Intussen wordt er hard gewerkt aan een dynamische straatvariant van de Nubira. Op een klein, maar uitdagend circuit in het Franse Pouilly-en-Auxois hebben we voor een eerste keer van het prototype kunnen proeven.

De anders dociele Nubira krijgt door gebruik te maken van een koetswerkkit (een voorbumper met een imposante luchthapper, zijskirts, een andere achterbumper en een forse koffervleugel) en donkergetinte lichtmetalen velgen en uitgeklopte wielkasten een gemener uiterlijk. Onder de kap vinden we de vertrouwde 1.8l benzinemotor. Die levert in normale omstandigheden 122pk, maar het Zwitserse Delta Motor voorzag de viercilinder van een compressor die het vermogen boost tot ongeveer 170pk. Het koppel klimt van 165 naar 230Nm. Tegelijk werd de ophanging aangepast, meer uit de kluiten gewassen remmen gemonteerd en de versnellingsbak verstevigd.

Onderaan in het toerentalbereik houdt de R+ zich van den domme. Het maximumvermogen komt immers pas vrij bij 6.000t/min, het koppel bij haast 4.000t/min. Hoog in de toeren toont de krachtbron zich meer dan gewoon sportief. De werking is ruw, brutaal, het geluid ruiggeschraapt... Maar dat vinden we bij een model met sportieve aspiraties niet zo’n probleem. Bij het wegaccelereren blijkt de voortrein opvallend weinig hinder te ondervinden van de stampende paardenstal en de ophanging houdt de Nubira ook in de bochten strikt in het gelid. Dat staat op conto van een toegevoegd sperdifferentieel. De besturing is zwaar, maar niet geheel doordrengd van gevoel. Toch is het model relatief eenvoudig te sturen want het weggedrag is opvallend neutraal en gebalanceerd, zelfs in een ronduit venijnige aflopende bocht. Bij wat lagere snelheden kwam de demping ons droog over, waardoor we vrezen voor het comfort op de openbare weg, maar deze impressie is daarin niet doorslaggevend.

Net als de besturing is de remwerking niet zo communicatief als we ze graag gehad hadden, al valt op de vertraging en de uithouding niets aan te merken. De versnellingsbak is gebaseerd op de standaard gangwissel en daar wringt de schoen echt. De schakelwegen zijn te lang, de geleiding is onduidelijk, het gevoel te rubberachtig. We houden wel van de kordate hand die vereist is om de versnelling te kiezen, maar daar eindigt het. Een kortere overbrengingsverhouding staat dus op de verlanglijst, en Chevrolet is zich van het euvel bewust, maar betwijfelt of er op een budgettair haalbare manier iets aan verholpen kan worden. Als de Nubira R+ in de catalogus komt, dan begint het model z’n carrière immers nog steeds als een doodgewone 1.8 en wordt het voertuig later geconverteerd. Om de schakelwegen in te korten, moet heel de bak herzien worden en dat is te omslachtig. Hoe zwaar dat probleem weegt op de eindbalans is bij gebrek aan een richtprijs moeilijk in te schatten; in de veronderstelling dat de scherpe prijzenpolitiek ook voor deze imagobooster overeind blijft, dan zijn we geneigd enkele kleine tekortkomingen door de vingers te zien. Tot slot ook nog dit; onder de test-prototypes waren er modellen met lederen sportmeubilair en met stoffen kuipjes. Enkel die laatste slagen erin de bestuurder behoorlijk op z’n plaats te fixeren.


Geef commentaar
comments by Disqus