In 2001 zwaaide Citroën de XM na een carrière van ruim 12 jaar uit. Sindsdien heeft het merk voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog geen vertegenwoordiging meer in het H-segment; dat van de luxueuze limousines. Ruim anderhalf jaar later dan verwacht, start Citroën een nieuw offensief. Het segment zelf is in Europa goed voor 1 miljoen voertuigen, al gaan de SUV’s inmiddels met de helft van de taart lopen. Het merk hoopt jaarlijks 20.000 C6 aan de man te brengen. Vooral Duitsland en thuismarkt Frankrijk moeten daarvoor instaan. België zou tijdens het eerste jaar goed moeten zijn voor 400 à 500 stuks. Een haalbare kaart, meent de importeur, gezien nu al meer dan 50 bestellingen binnen zijn. De officiële marktintroductie voor ons land volgt in januari, tijdens het Autosalon.

Citroën is fier op de C6 en noemt het model in één adem met illustere voorgangers als de DS, CX en SM. De XM ontbreekt in het lijstje. De vormgeving van de 4,90m lange, 1,86m brede en 1,46m hoge luxeberline, vertoont dan ook opvallend veel gelijkenissen met de twee generaties oude CX. De opvallende motorkap, de zeer diep doorgetrokken boog van de zijruiten, de convexe achterruit en de spoiler die tijdens het rijden in twee standen opklapt lijken natuurlijke evoluties van voornoemd model. De stijl is origineel en emotioneel geladen, zoals Citroën het bedoelde. Er zijn ook praktische voordelen; door de vorm van de achterruit is de toegankelijkheid van de 488l grote koffer beter, de zijruiten garanderen een uitstekende zichtbaarheid rondom (ook kenmerkend voor de CX) en de ver naar achteren gepositioneerde achterwielen creëren een riante beenruimte voor de achterpassagiers.

Onder de imposante motorkap vinden we twee edele zescilinders. De één heeft een inhoud van 3l en drinkt benzine, de andere is 2,7l groot in lust uitsluitend diesel. Vanzelfsprekend haalt het licht melodieuze klankspel van de benzine het van het naar de achtergrond gebande gebrom van de diesel, maar op elk ander vlak steekt de oliestoker de drieliter naar de kroon. De benzine levert 215pk en 290Nm, goed voor een sprinttijd van 9,4 tellen en een top van 230km/u, maar de diesel heeft aan 208pk en Ővooral- 440Nm genoeg om het gevaarte naar 100km/u te stuwen in 8,9 seconden. De topsnelheid is identiek. Beiden zijn gekoppeld aan een automaat die zich tijdens de eerste kennismaking zowel alert als zeer soepel en beschaafd toonde. Het is dus logisch dat Citroën ervan uitgaat dat de diesel het leeuwendeel van de verkopen voor z’n rekening neemt. De HDi levert merkbaar betere tussenacceleraties en verbruikt slechts 8,9l gemiddeld. De benzine heeft 11,2l nodig voor de gemengde cyclus.

Het onderstel is afgeleid van het platform dat ook voor de C5 en Peugeot 407 dienst doet. Het onderscheidt zich behalve in lengte, vooral door de aanwezigheid van de nieuwste hydractieve ophanging. Een juweeltje dat onder meer de rijhoogte, de hardheid en de demping volgens een complex algoritme controleert. Wellicht is het nostalgie, maar het zachte dat DS en CX kenmerkte is voorgoed verdwenen. De C6 communiceert daardoor beter met de bestuurder en de ophangingsefficiëntie is grensverleggend. Het testparcours stuurde wellicht opzettelijk over gedegradeerde wegen, maar op wat ophangingsgeluiden na (een kenmerk van het hydraulisch systeem) viel daar weinig van te merken. De selecteerbare sportmodus is zelfs nauwelijks minder comfortabel, maar houdt de berline nog net iets strakker in het bochtenwerk. Ook over dynamische capaciteiten valt niet te klagen; alerte reacties en tijdens snel genomen bochten wordt de achterkant zelfs wat licht. Het doet ons aan de Peugeot 607 denken; rijplezier verzekerd.

Het interieur bulkt van de leuke vondsten. Een head-up-display, de adembenemende met hout afgewerkte opbergvakken in de portieren, een uitstekende geluidsisolatie en Frans zitcomfort in de goede, oude, betekenis van het woord. Spijtig dat Citroën het op de C4 geïntroduceerde stuurwiel met vast middendeel niet gebruikt heeft. De bediening van de meeste functies vergt weinig gewenning. De uitrusting van met name de Exclusive-topuitvoering, laat niets te wensen over. Helaas hebben we toch nog foutjes kunnen ontwaren; de schakelhendel van de automaat weigerde op een gegeven moment dienst en de knappe frameloze ruiten lieten opvallend veel windruis en zelfs wat tocht door. Dat kan alleen aan de afwerking gelegen zijn; Citroën levert immers dubbel glas en het euvel bleek bij sommige testwagens veel prominenter dan bij andere. Nochtans hanteert Citroën in de productievestiging in Rennes een speciale trage assemblagecadans om de constructiekwaliteit te garanderen. Parasietgeluiden hebben we anderzijds niet kunnen ontwaren.

De C6 staat in de catalogus vanaf € 43.200. Dan krijg je de 3.0i V6 benzine met automaat. Hetzelfde model kost in opgaande uitrustingsniveau’s Lignage € 46.190 en Exlusive € 52.610. De diesel is er pas vanaf € 46.090, kost als Lignage € 49.080 en € 55.500 als Exclusive. Prijzen die een stuk boven wijlen de XM uittorenen. De uitrusting liegt er evenwel niet om; elke C6 krijgt de actieve ophanging, automatische airco met twee temperatuurszones, 9airbags, de onlangs nog door de EuroNCAP gelauwerde voetgangersvriendelijke actieve motorkap, bandendrukcontrole, licht- en regensensor, elektrisch regelbare voorzetels, radio-CD, kleurenscherm, mistlichten en bi-Xenon koplampen. Eind volgend jaar wordt een budgetvriendelijker instapmodel verwacht. Dat krijgt een 2.2HDi-motor onder de kap en versluist de kracht via een handgeroerde zesversnellingsbak naar de voortrein.