Skoda is binnen de VW-Groep met voorsprong het merk dat zich het meest behouden profileert. Tot op heden bestaat het gamma louter uit oerklassieke modellen en ook in de motoren zijn weinig uitspattingen te vinden. Enkel met de Fabia RS en de Octavia met dezelfde letters in de type-aanduiding permitteert Skoda zich een sportieve uitschuiver. Het zijn modellen die vooral moeten afstralen op de rest van het gamma en waarvan de gerealiseerde verkoopscijfers van minder belang zijn.

De nieuwe Octavia RS maakt gebruik van het onderstel en de aandrijflijn van de Golf GTI, en dat is een pareltje. Omdat de Skoda vooral een sportieve gezinswagen wil zijn -wat minder extreem dan de Golf dus- werd het onderstel met een andere afstelling bedacht. Omdat de Octavia ook meer gewicht (+70kg) in de schaal werpt en groter is, krijg je toch weer een andere auto. In de tijden scheelt het nauwelijks; de vijfdeurs Octavia RS spurt naar 100km/u in 7,3 tellen en de eveneens beschikbare Combi heeft 7,5 seconden nodig. De Golf V GTI doet het in 7,2. De topsnelheid van de snelle Skoda’s bedraagt 240km/u (238 voor de Combi) en is daarmee zelfs enkele kilometer hoger dan bij de Golf. Het verschil is vooral gevoelsmatig. Om tijdens langere ritten meer comfort te kunnen bieden, is de ophanging soepeler en wordt rijden met de RS een stuk minder ‘hardcore’. Putten en bulten worden beter gedempt. Anderzijds heeft de RS het een pak lastiger om het vermogen van 200pk (bij 5.100-6.000t/min) en het koppel van 280Nm (1.800-5.000t/min) op het asfalt over te brengen. Vooral op een nat en gedegradeerd wegdek flikkert het verklikkerlichtje voor de stabiliteits- en tractiecontrole op alsof het lijdt aan het Tourette Syndroom. De RS schept ondanks een alert en communicatief stuur dus meer plezier in tussensprintjes dan in bochtenwerk. Het opgewaardeerde remsysteem voldoet, zolang je je niet op een omloop waant.

De direct ingespoten turbo-benzinekrachtbron krijgt momenteel enkel een handgeschakelde zesversnellingsbak in de aandrijflijn. Het is evenwel aannemelijk dat ook de briljante DSG-automaat met dubbele koppeling het alsnog tot de Skoda schopt. Het prijskaartje is voor beide versies aantrekkelijk; de berline wisselt vanaf € 25.980 van eigenaar en de break is er voor € 27.030. Het vermogen betekent wel een fiscale afstraffing van € 2.478 (B.I.V.). Inbegrepen zijn sportzetels, een neerklapbare achterbank, vier airbags, metaalkleur, mistlichten, Xenon koplampen, een specifieke interieuraankleding met leder accenten, aluminium pedalen, radio-CD en een boordcomputer. Aan de buitenzijde is de RS herkenbaar aan de verchroomde uitlaat, het 17-duims lichtmetaal, de specifieke voor- en achterbumper, andere grille en de achterspoiler. Door de velgen zijn de groengeverfde remklauwen duidelijk zichtbaar. Bijbetalen moet je nog steeds voor gordijnairbags, parkeersensoren, verwarmde voorzetels of een alarminstallatie. De riante kofferinhoud van 560l (berline) of 580l (Combi) zit uiteraard wel steeds in de prijs.

De geblazen viercilinder vraagt in ruil voor z’n prestaties gemiddeld 7,8l benzine. Wie af en toe het gaspedaal wil kittelen, moet rekening houden met een -op zich zeer redelijke- liter of 10. Alleen moet je dan met een tankinhoud van 55l regelmatig een vulstation opzoeken. Wie dat motorgeweld wel ziet zitten, maar het niet zo op benzine begrepen heeft, wacht beter op de dieselversie. Die krijgt de nieuwe met Piëzo-injectoren uitgeruste tweeliterkrachtbron uit de nog te lanceren Golf GT onder de kap. Goed voor 170pk en 350Nm tussen 1.800 en 2.500t/min.