Audi’s Avant-uitvoering kan meestal rekenen op heel wat bijval en velen hebben dan ook na de voorstelling van de 4-deurs A6 met spanning gewacht op de ‘break’ die zich liever anders laat noemen. Na een half jaartje commercialisering, leert het straatbeeld ons dat het toch stevige prijskaartje de kopers niet afschrikt. Zijn indrukwekkende lengte – 4,93 m of 13,5 cm meer dan zijn voorganger – en 1,86 m breedte (+ 4,5 cm) evenmin. Hoewel hij met zijn benaming eerder lonkt naar een vrijetijdsgebruik, is hij niet vies van enige lading: onder het standaard geleverde afdekzeil, dat netjes geïntegreerd zit in de flanken, verdwijnen tot 565 l bagage (liefst 110 l meer dan bij zijn voorganger). De maximale breedte van de ‘cargo’ bedraagt 120 cm, terwijl de doorlaadbreedte 105 cm bedraagt. In de vlakke koffervloer zijn aan de buitenkant twee rails verzonken, waarin vier verplaatsbare en verankerbare sjorogen zitten. In de zijwanden vinden we verder haken om tassen aan op te hangen, alsook een 12V-stopcontact.

Audi biedt de dieselrijders een 2.0 TDI (140 pk) als onverwacht dappere instapmotor en een 3.0 TDI, die de logische keuze zou moeten zijn voor deze klasse, maar in dit apenland fiscaal wordt afgeslacht. Dat daartussen een opvulling moest komen, kan iedereen verzinnen, maar het werd niet de te verwachten 2.5 TDI, maar wel een 2.7 TDI. Hij neemt de belangrijkste eigenschappen over van de 3.0 TDI, zoals de compacte V6-constructie en de nieuwste generatie common rail inspuittechniek met piëzo-injectoren. In eigen land wordt deze 2.7 TDI aangeboden met zijn normaal vermogen van 180 pk - wat we een must vinden om zich te verantwoorden tussen de 2.0 TDI en de 3.0 TDI - en als toegeknepen versie met 163 pk, wat de BIV halveert: 1239 € i.p.v. 2478 €. Het max. koppel van 380 Nm is bij de 180 pk uitvoering beschikbaar vanaf een zeer lage 1400 tr/min tot 3300 tr/min. De standaard sprintoefening wordt in 8,3s afgewerkt, terwijl de topsnelheid 225 km/u bedraagt.

Onze testwagen was uitgerust met de prachtige maar dure adaptieve luchtvering (2269 €) die we al genoten in de A8. Voor wie zijn A6 Avant effectief als werkpaard denkt te gebruiken, biedt deze luchtvering het voordeel de wagen onder alle omstandigheden perfect parallel met het wegdek te houden. Elk wiel is voorzien van een luchtveer met continu variabele dempingsgraad, aangestuurd vanuit een compressor onder de motorkap en een drukreservoir in de koffer. De maximale drukvulling bedraagt 16 bar. Deze uitrusting laat bovendien toe het koetswerk in functie tot de snelheid lager te leggen, waardoor de wagen niet alleen beter tegen de weg wordt gedrukt, maar tevens het verbruik zal verminderen door een gunstiger luchtweerstand. De bestuurder kan kiezen tussen een comfort georiënteerde Avant of een op rijplezier getunede, meer sportieve wagen, door gewoon op de ‘Car’-toets van het MMI te drukken en zijn keuze te maken. Audi voorziet in een automatische stand, waarbij de elektronica – 4 sensoren aan de assen, 3 versnellingssensoren aan de carrosserie en een centrale rekeneenheid - zelf de meest geschikte hardheid van de veren en de bodemvrijheid bepaalt. Met de ‘lift’-positie kan het koetswerk 15 mm hoger op zijn poten worden gezet, terwijl de ‘dynamic’-positie de wagen 15 mm korter bij het wegdek brengt. De luchtvering is zo ontworpen, dat ze de doorlaadbreedte en de vlakke laadvloer van de Avant niet schaadt.

Een auto bestellen zou een feest moeten zijn, zeker wanneer je genoeg te besteden hebt om in deze autoklasse te mogen rondneuzen, maar de uitrustingslijsten van sommige constructeurs bezorgen je regelrecht een punthoofd. Geen keuze voorgeschoteld krijgen is lastig, maar teveel keuze kan een kwelling worden, zeker wanneer de informatie over elk detail vaag blijft of geheel ontbreekt. Maar goed, terug naar de les. Audi heeft een 'S-Line' voor sportieve zielen en sinds kort ook een 'Exclusive Line', die vooral opvalt door een tweekleurige interieuraankleding en enkele geraffineerde details in de afwerking, die zowel onder de noemer 'sportief' (vb. zwarte dakhemel en zwart dashboard) als 'luxueus' (vb. deurpanelen met lederafwerking in de kleur van de zitting) kunnen geplaatst worden. Onze testwagen combineerde een zilvergrijs centraal gedeelte van de zetels met zwarte wangen, een kleurencombinatie die herhaald werd voor de tapijten (zwart met zilvergrijze lederen boord) en deurpanelen. De 'Exclusive Line' laat zich combineren met andere opties zoals de sublieme sportzetels vooraan (optie à 707,85 €) en zetelverwarming (405,35 €) en allicht ook nog elektrische zetelregelingen met geheugenstanden… We hebben in elk geval genoten van de algemeen uitstekende steun van de sportzetels en in het bijzonder van de 'greep' ter hoogte van de schouders.

Romig is de beste omschrijving voor het motorkarakter van deze 2.7 TDI V6, vooral dan in het onderste werkingsgebied. Hij is stil en grijpt mooi aan in de eerste 4 versnellingen, maar plots steken andere geluiden de kop op… De A6 blijkt toch nog wat windgeruis te laten horen en vooral de automaat dreigt hinderlijk te gaan ‘huilen’ wanneer de motor stevig aangesproken wordt. In de twee hoogste versnellingen is de pit er ook wat uit, zonder futloos te worden, wat ons weer doet hunkeren naar de 3.0 TDI. Het gespecificeerde gemiddelde verbruik ligt met 7,0 l/100 km verbazend laag, maar de praktijk toont andere waarden, wanneer men de krachtbron echt gaat aanspreken. Wie rustig door het verkeer 'zwemt' en het romige karakter van de motor geniet, kan met 8 à 9 liter uitkomen, maar dat cijfer schiet snel naar de 11 liter als men het gaspedaal minder zacht aanpakt. Wegligging en tractie hebben daar –dankzij de quattro-aandrijflijn- overigens allerminst een probleem mee. Onze testwagen droeg een prijskaartje van 63.206 Euro… Geen klein bier, maar wie bij de directe concurrentie gaat shoppen komt wellicht niet voordeliger uit. Een 3.0 TDI kost wanneer we enkel de aankoopprijs van de wagen bekijken +/- 3000 € meer, maar wie manueel wil schakelen, ziet de prijs nauwelijks veranderen. Wij kunnen onze voorkeur voor de 3.0 TDI nauwelijks onderdrukken…