Hangen er boven GM al tijden donkere wolken, dan is daar alvast bij Chevrolet weinig van te merken. De Koreaanse GM-dochter (het voormalige Daewoo) doet het immers uitstekend. En dat ook op de moeilijk te veroveren Europese markten, waar de consument de naamswijziging duidelijk weet te smaken. Chevrolet is ook bezig aan een sneltempo z’n gamma te revitaliseren. Niet zo lang geleden reden we nog met de Epica Őeen op Amerikaanse en Koreaanse leest geschoeide grote berline- en nu is het de beurt aan de Captiva. Een uit de kluiten gewassen SUV Őslechts centimeters compacter dan een BMW X5- waarvan de vormgeving ook de Europese consument moet prikkelen. Chevrolet wil een deel van het SUV-segment en biedt ook voor het eerst een diesel aan. Opel zal van dezelfde architectuur gebruik maken voor de nieuwe Antara (die de Frontera moet opvolgen) maar andere motorversies, een aangepast interieur en een onderscheidend koetswerk bieden.

Het interieur is zoals we dat van het nieuwe Chevrolet gewend zijn. De kunststoffen kunnen door de beugel, de afwerking is onberispelijk en de vormgeving is zeer verzorgd. Het is niet erg fantasierijk, maar de lay-out is zeer overzichtelijk en het uitzicht is dankzij sierlijsten in zilver en houtinleg (op de luxueuze versies) bij de tijd. Op de basisversies missen we naast de immer aanwezige hoogteverstelling van het stuurwiel, ook een diepteverstelling. Gelukkig zal dat zelden het vinden van een goede rijhouding in de weg staan. Het zitmeubilair is een grotere bron van ergernis, vooral als de stoelen met leder bekleed zijn. De zitting is immers zeer hard, glad en ontbeert enige zijdelingse steun waardoor bochten die de Captiva zelf zonder problemen doorkomt, snel uitdagend worden voor de bestuurder. Helaas is de achterbank weinig beter. Ruimte voor vijf personen is er anders wel in overvloed, samen met 495 liter bagagecapaciteit. Wie wil, kan de Captiva met een derde zetelrij bestellen. Dan kan je zeven personen aan boord nemen, al raden we niet aan volwassenen naar de achterste bank te verwijzen. Desgevallend blijft er amper 85l voor lading over, maar het blijft uitbreidbaar tot 930l als alles behalve de voorzetels plat gelegd worden. Je kan ook de passagierszetel opklappen om 1.565l te stouwen.

Chevrolet levert de Captiva in drie smaken; met een 2.4l benzine instapmotor, een 3,2l V6 benzine voor de topversie en een tweeliter dieselkrachtbron. De zescilinder, die nochtans 230pk en 297Nm sterk is, stelt teleur. Dat is grotendeels te wijten aan de vijftrapsautomaat waaraan hij steeds wordt gepaard. Dat is een onvervalste carnivoor die flink wat paarden lust, en zich op een uitdagend parcours wel zeer vak van versnelling vergist. De handgeschakelde 2.4l (136pk, 240Nm) is een stuk trager, maar weet dat veel beter weg te steken. Het is een heel eerlijke motor, die vooral een soepele rijstijl promoot. De diesel is met voorsprong de beste keuze en dat is een opsteker gezien nagenoeg elke in ons land geleverde Captiva de tweeliter common-rail zelfontbrander onder de kap zal hebben. Met acht liter kan je de gemengde cyclus vlot volmaken. Een zesbak en een extra reepje geluidsisolatie staan op onze verlanglijst, maar ook zonder is Captiva aardig te pruimen. Op deskundig gegoten asfalt is de SUV bijzonder welgemanierd. Oneffenheden worden soms wat droog opgevangen, al dient gezegd dat zulks met de zestienduimsvelgen van de instapversies een stuk beter verteerbaar is dan met de achttienduimers van de 3.2l. Het beschaafde weggedrag levert geen verassingen op.

Captiva wil vooral onder de duiven schieten van Kia’s Sorento, de Hyundai Santa Fé en misschien zelfs een Toyota RAV-4, nu die een stuk duurder is geworden. De Chevrolet is Őweerom- zo scherp geprijsd dat we geneigd dat de kleine onvolmaaktheden vervagen. De instapper (met 2.4l benzinemotor) wisselt immers al vanaf € 23.999 van eigenaar. De goedkoopste diesel tikt af op € 25.999. De niet permanente elektronisch gestuurde vierwielaandrijving kost € 3.000 extra, en dat zijn dan weer een bom duiten.Ter vergelijking; een Kia Sorento 2.5CRDi is er vanaf € 29.990, de Santa Fé 2.2 CRD kost minstens € 27.999 en Toyota vraagt ook al € 27.080 voor de RAV-4 met dieselcentrale.