SCORE Citroën C4 Picasso 7pl
Meer Citroën testsMeer?
Citroën Picasso 5pl
Citroën Picasso 5pl
Citroën C-Crosser 2.2 HDi
Citroën C-Crosser 2.2 HDi
Dat Citroën destijds in een zoektocht naar een naam voor hun nieuwste spruit bij Picasso uitkwam, is nog enigszins begrijpelijk. Deze telg is een stuk minder frivool gelijnd. Het zijn de lichtunits, met dank aan Hella, die voor een originele signatuur zorgen. Aan de binnenzijde is meer vernieuwingsdrang te bespeuren. En dan hebben we het niet over de typisch Franse fauteuils – even comfortabel als ze eruit zien. De boordplank kreeg een centraal LCD-display waarop meer functies gegroepeerd zijn. Zo wordt plaats in de middenconsole uitgespaard. Citroën had ervan kunnen profiteren om de harrewar aan schermpjes, die de C4 kenmerken, te reduceren maar omdat het merk koos voor de volstrekt nutteloze opsplitsing van de bedieningselementen voor de airco (één aan elke kant – jawel, met telkens een schermpje) brengt de ingreep weinig zoden aan de dijk. We zijn wel nog steeds weg van het stuur met vast middendeel, al verdient de afwerking wat meer aandacht. Op de eerste en tweede zitrij is het aangenaam toeven, maar de zitplaatsen op de derde rij beschouwd u beter als noodzitjes. Een verschil met de C8, waar je de zeven plaatsen wel voor verplaatsingen over grote afstand kan inschakelen. Je verkneukelt je beter over de laadmogelijkheden. Van 208l met alle plaatsen in gebruik, tot 1951l bij twee plaatsen én met een vlakke vloer.
Tijdens de eerste kennismaking slaat Citroën ons met de term visiospace rond de oren. Vooral om ons duidelijk te maken dat deze Picasso stevig in het glas zit. Geen enkele concurrent biedt zo veel glasoppervlak. Toegegeven, het zicht rondom en het ruimtegevoel zijn indrukwekkend. En door de steunstijl niet helemaal vooraan te plaatsen, rust de voorruit in een stijl die (in het driekwart zicht vooraan) veel minder het zicht belemmerd dan bij de concurrentie. Een essentieel element van het visiospace-concept is ook de panoramische voorruit. Die is standaard en vergroot de kijkhoek van de passagiers van 35° bij een normale monovolume tot een indrukwekkende 70°. Wild worden we daar evenwel niet van. Om te beginnen is er de ingewikkelde constructie met rolgordijnen en zonnekleppen - de geleidingsrails verstoren het uitzicht en het is een ernstige kandidaat voor storende defecten. Bovendien hebben we geen flauw idee welke informatie ons in die extra 35° tot nut moet zijn. Het is al een tijdje geleden dat we nog moesten uitwijken voor een neerstortende Airbus. Tenslotte… het is ongunstig geplaatst gewicht.
Gewicht is namelijk iets waar de nieuwe Picasso geen tekort aan heeft. Hij weegt droog aan de haak ruim 1,5 ton. De koppelrijke dieselopties zijn daardoor de aangewezen keuze; die hernemen verrassend vlot. Je hebt de 1.6 met een vijfbak, waarbij de pook in de middentunnel staat, of – zowel de 1.6 als de 2.0 - met een gerobotiseerde zesbak waarbij de bediening verhuist naar een fijn hendeltje bovenaan de stuurkolom. Dat mocht wat handiger en solide, maar het maakt de middentunnel wel vrij voor twee grote gekoelde opbergvakken. Alleen… het schakelgedrag van de robot bevalt ons niet zo. Het comfort daarentegen is uitgelezen; Citroën combineert andermaal een goede rechtuitstabiliteit met een vergevingsgezinde afstelling. Op de topversies is de achteras zelfs pneumatisch geveerd, voor een beladingsonafhankelijk comfort. In de bochten steekt het hoge zwaartepunt weer de kop op. De ophanging en stuurinrichting maken je dan duidelijk dat die oefening, hoewel grip en stuurvastheid uiteraard ruim binnen de heersende normen liggen, niet op het favorietenlijstje van het model prijkt. Laat de ‘oude’ Picasso net daarin uitblinken…