Porsche levert de Boxster en de Cayman voortaan met dezelfde motoren. In hun basisversies worden beiden gekoppeld aan een handgeschakelde vijfbak. De S heeft steeds recht op een handgeroerde zesbak, maar ze kunnen allen ook gekoppeld worden aan een Tiptronic-automaat met vijf gangwissels. Al dan niet met een sportpakket met aangepaste demperinstelling en stuur- en gasrespons. Met die ganse waaier aan mogelijkheden hadden we in de buurt van het Waalse Stavelot een korte kennismaking, voldoende om de verschillen even te proeven. De Boxster en de gesloten Cayman beschikken elk over hun eigen identiteit. Die is uiteraard aan het dak te wijten - dat de structuur stijver maakt en het weggedrag beïnvloedt. Aan de binnenzijde is het onderscheid tussen beide versies evenwel nog niet met een loep te vinden is.

Beide instappers worden aangedreven door een 2,7l zescilinder met 245pk en 273Nm. De Boxster S en Cayman S hebben een 3,4l onder de kap die tekent voor 295pk en 340Nm. De prestaties zijn in de sprint tot 100km/u identiek. De Boxster/Cayman doet dat in 6,1 tellen, beide S-versies presteren 5,4 tellen op dezelfde oefening. De eerste twee halen nog een identieke top van 252km/u, maar bij de krachtigste varianten slaat de gesloten -en dus een aërodynamischer - Cayman met een top van 275km/u een nauwelijks merkbaar kloofje van 3km. Dat de Cayman in eenzelfde motorversie toch steeds iets snediger aanvoelt heeft dus te maken met de structuur, die net dat tikkeltje beter communiceert en toch over iets meer reserve beschikt. De Cayman is als sportauto nog briljanter dan de Boxster. In hun S-versies bijten ze de 911 net niet in de achterbumper, maar omdat ze over een veel betere balans beschikken – met dank aan de middenmotor – moet de wispelturige 911 al door zeer ervaren handen gestuurd worden om het verschil te maken. Anderzijds, het unieke karakter van de –inmiddels- grote Porsche benaderen ze geen van beiden. Dat is een argument contra als je daaraan verknocht bent – een argument pro als je die gedragingen maar moeilijk kan smaken.

De Tiptronic S is alleen goed als je met je Porsche schokvrij over de boulevard wil paraderen. De bak mist een zesde gangwissel, is onvoldoende alert en zorgt voor weinig sensatie. Dat vertaalt zich in een eerder dramatische achteruitgang van de prestaties (tot bijna een seconde in de sprint!), en een zeer onthecht rijgevoel. Een sportwagen schakel je nog steeds beter zelf en een Boxster/Cayman al helemaal.