Voor een 4x4 specialist als Mitsubishi is de markt van de ‘zachte 4x4' -intussen helemaal kapotgekookt tot nauwelijks terreincapabele SUVs van allerlei slag- een makkelijke prooi. Tenminste, dat zou het moeten zijn. De eerste generatie Outlander werd in Europa, waar er iets meer dan 15.000 stuks van werden gesleten, wat lauw ontvangen, maar dat was verwacht. Het onderstel en de motoren waren onvoldoende op de Europese smaak afgestemd, en dat wisten de heren Japanners toen ze hun bescheiden verkoopsprognoses (die dus wel werden ingelost) opstelden. Nu is er een tweede generatie die uit een heel ander hout is gesneden. Een naar Europese maatstaven afgesteld onderstel, een moderne koets én meteen ook de diesel die de vorige uitvoering nooit kreeg.

Er is nog meer; de zoektocht naar meerwaarde bracht Mitsubishi tot een combinatie van functionele elementen die uniek is in z'n segment. Argumenten die de verkopers u -mocht u interesse vertonen- veelvuldig zullen vermelden. Behalve een comfortabel onderkomen voor vijf inzittenden (daarover geen discussie), biedt de Outlander ook nog ruimte voor twee extra inzittenden op een bankje in de koffer. Dat is vooral niet bedoeld voor volwassenen, ook al klappen de potsierlijk gevormde hoofdsteunen daarvoor voldoende ver uit. Met zeven zitplaatsen blijft de beschikbare bagagecapaciteit beperkt tot 220l. Met de reguliere vijf inzittenden loopt dat op tot 774l, wat indrukwekkend is. Bovendien gaf Mitsubishi de Outlander een zeer lage laaddrempel mee. De kofferklep scharniert immers in twee delen. De achterbank is vanzelfsprekend neerklapbaar. Dat gebeurt zelfs met de druk op een knop (een elektrische ontgrendeling van een systeem onder veerspanning). De bank schiet na enkele seconden ongemeen hard vooruit en het opklappen moet je toch weer met de hand doen. De bestuurderspost is comfortabel, overzichtelijk en gespekt met voldoende trendy accenten om de modebewuste bestuurder het gevoel te geven bij de tijd te zijn. Zo is de vorm van de middentunnel - om maar wat te noemen - geïnspireerd op de benzinetank van een motorfiets.

De Outlander komt ook op de markt met een Peugeot- en Citroën-logo op de neus. De beide merken van de PSA-groep zullen een huiseigen 2,2l diesel (en later wellicht ook een 2,0) tussen de voorwielen monteren, maar Mitsubishi kiest net als bij de Grandis voor een 2.0 van VAG. De 2,2l grote PSA-centrale wordt pas in de herfst leverbaar in de Outlander. De TDI-diesel (van VAG dus) is bij de lancering meteen de enige motoroptie. Een blok dat over een riante hoeveelheid koppel (310Nm) beschikt en helaas ook over een fiscaal onvriendelijke 140pk die door een handbediende zesbak naar de voorwielen worden geleid. Het blok is ook zowat het minst beschaafde op de markt en toch weet de Outlander de onhebbelijke manieren ervan te beteugelen. Het gromt wat rauw op de achtergrond en meer dan dat wordt het nooit. De Outlander weegt droog aan de haak 1,7 ton en dat had echt niet meer moeten zijn. Inhaalmanoeuvres bleken wat langer te duren dan we hadden ingeschat. Met een liter of 7 zou je 100km ver moeten komen, al moet dat nog uit een uitgebreide test blijken. Mitsubishi claimt inspanningen te hebben verricht om een dynamisch weggedrag te bekomen. Zo is het dak uit aluminium, wat het zwaartepunt enkele millimeter doet zakken. Raar natuurlijk, als je (zoals elke asfalt-SUV) een veel te hoge auto maakt om mee te beginnen. Want ook al kan je de achterwielen via een knop op de middenconsole inschakelen, meer dan een modderpaadje lust de Outlander niet.

De Outlander is te koop in de versies Invite, Intense (en - Plus) en Instyle. De prijsvork gaat van € 26.790 tot € 33.490. Op het Brusselse autosalon was het model te zien, maar enkel als prototype. De productieversie debuteert pas over 2 maanden in Genève.