Elf jaar geleden zette Audi de productie van de Coupé op basis van de 80 stop. Destijds werd geen opvolger voorzien, maar nu waagt het merk met de vier ringen zich toch weer aan een tweedeursvariant. De A5 mag zich niet alleen de opvolger van de tweedeurs 80 noemen, maar wordt door de heren uit Ingolstadt ook in één adem genoemd met de legendarische oer-quattro. De bloedlijn strekt zelfs tot 1969. Toen kwam de 100S op de markt. De A5 mag het onder meer de Mercedes CLK en de nieuwe BMW 3 Coupé moeilijk gaan maken.

In tegenstelling tot concurrent BMW is de A5 niet gewoon een tweedeursversie van de A4, en dan hebben we het niet over de typeaanduiding die door de marketingafdeling is beslist. De 4,63m lange sportieve kilometervreter staat immers op een gloednieuw platform, ook al is de architectuur ervan goed herkenbaar. Wellicht wordt deze bodemplaat ook de basis voor de opvolger van de A4, maar dat wil Audi niet bevestigen. Er rond drapeerde ontwerper Walter da Silva een koetswerk dat vooral emotie moet oproepen. De mosterd daarvoor werd ook bij tal van andere constructeurs gehaald. Er zit wat ‘Bangle' in de flanken waarin convexe en concave vormen gecombineerd worden en ook de achterkant doet aan BMW denken. Andere merken die de revue passeren zijn Lexus en zelfs Jaguar. Alleen de neus is onmiskenbaar Audi. Belangrijker is dat de koets, waarvan we de glooiende plooilijn van neus tot kofferklep het markantste element vinden, er wel degelijk stààt. Da Silva noemt het zelfs zijn mooiste ontwerp, maar dat zegt een ontwerper altijd van z'n nieuwste creatie...

Het nieuwe onderstel mist z'n uitwerking niet. De voorwielen laten zich precies en met gevoel op een lijn zetten. De rest van de koets volgt gedwee. Zeker met de quattro vierwielaandrijving, die in de A5 ook steeds 60% van het vermogen naar de achterwielen sluist om onderstuurneigingen te beperken. Alleen op de limiet voel je de voorste wielen naar asfalt happen. Het moet immers ook allemaal voorspelbaar blijven. Die quattro-aandrijflijn wordt niet op alle motorversies standaard, maar daarover straks meer. Het lanceringsaanbod bestaat uit en 3.2l dikke FSI die 265pk en 330Nm levert en in z'n vierwielaangedreven handgeschakelde variant (zes versnellingen) in 6,1 tellen naar 100km/u sprint. In de herfst komt er een 1.8 Turbo als instapper. Die levert af-fabriek 170pk en tikt in ons land om fiscale redenen af op 163 paarden. De drieliter dieselmotor mag 240 of (België) 211pk en 500Nm bijdragen. Met de handbediende zesbak en op toeren komt die motor bijzonder fluks voor de dag, terwijl de bak en koppeling zich met dezelfde precisie als de benzineversies laten leiden. Met name de tussensprintjes zijn giftig maar ook vanuit stilstand (tot 100km, in 5,9 tellen) en op topsnelheid (250km/u, begrensd) staat die z'n mannetje. Bovendien is de 3.0 TDI met een basisprijs van € 40.400 -binnen z'n segment- scherp geprijsd. Er komt nog een instapdiesel van 2,7l die in ons land van 190 op 163pk gebracht wordt. Nagenoeg alle motoren zijn er ook met een Multitronic-automaat. Die kan z'n permanent variabele overbrenging zelf kiezen of de bestuurder voor een sportievere rijsensatie één van liefst 8 voorgeprogrammeerde overbrengingsverhoudingen laten kiezen. Helaas degradeert de coupé zich in al die gevallen tot de voorwielaandrijver die ook de instapversies (1.8 benzine en 2.7 diesel) zijn.

Helemaal bovenaan het gamma komt de S5. Die puurt uit een 4,2l V8 345pk en 440Nm. De S doet de standaardsprint in 5,1 seconde en haalt vanzelfsprekend ook 250km/u. Toch komt die krachtbron minder explosief, minder radicaal zelfs, uit de hoek dan de 3.0TDI. Je kan hem zelfs schakellui rijden, en 60km/u aanhouden in zesde. Vanaf 1.500t/min is daarvoor ruim voldoende trekkracht aanwezig. De opbouw ervan is bovendien zeer lineair en beschaafd. Het gaat wel met een bijzonder vol klinkend en aangenaam uitlaatgeluid gepaard. Alleen al daarom willen we de € 55.500 tot koopje bombarderen, maar misschien laten we ons meeslepen. Ook in deze uitvoering kan je in de A5 nog kilometers bij de vleet malen. Enkel het 19-duims lichtmetaal knabbelt aan het comfort. Rauwe sportiviteit wordt in de toekomst ongetwijfeld door de RS5 voorzien.

Aan boord is riant ruimte voor vier inzittenden en ook de bagageruimte van 455l is -een wat hoge laadrempel nagelaten- uitgesproken praktisch. De aankleding is zoals we dat van Audi gewend zijn - onberispelijk in materiaalkeuze en assemblage. In de S5 zijn de sierlijsten vervaardigd uit een nagelnieuw materiaal dat uit gevlochten edelstaal wordt vervaardigd. De details. De uitrusting is correct, met onder meer een automatische airco en MMI-interface, maar reken naar aloude Audi-traditie ook nog op een optieboek (een lijst is wellicht een understatement) met tal van leuke opties. Een greep uit het assortiment: een intelligente sleutel, automatische kofferbediening en een geluidsinstallatie van Bang & Olufsen. Eind juni start Audi met de levering. Dit jaar komen er 500 naar ons land. Een meerderheid daarvan zal met een dieselmotor zijn uitgerust. 250 stuks hebben nu al een eigenaar gevonden.