Afgelopen maand maart introduceerde Hyundai op het Autosalon van Genève z'n eerste echte Golf-killer. Voorheen was het automerk niet in het C-segment actief. De Koreanen doen het in het B-segment nog steeds zeer aardig met de Getz, er net boven (maar nog steeds niet C) vinden we Accent en wijlen de Elantra was dan weer iets té groot om voluit de concurrentie met het meest populaire Europese marktdeel aan te kunnen gaan. Deze nieuweling zit met z'n lengte van 4,24m, breedte van 1,76m en hoogte van 1,48 wel helemaal binnen we maten van het segment. Hij mag er de degens trekken tegen de Golf, Astra, Focus, Auris, 306, C4, Leon, Bravo, Octavia, Mégane en nog een ganse schare minder populaire concurrenten. De Koreanen zijn ook niet over één nacht ijs gegaan. Samen met Kia, dat tweelingbroer Cee'd eerder al op de markt bracht, werd dit nieuwe product op Europese smaak afgestemd. Voorlopig loopt hij nog in Korea van de band. Eens 2009 wordt hij echter in (Oost-) Europa gebouwd. Het bedrijf is zo in de wolken met het resultaat, dat het meteen afstapt van z'n traditie om modellen met een eigennaam te duiden. Vanaf nu zullen nieuwe modellen zoals deze i30 een alfanumerieke typeaanduiding hebben. Hyundai lanceert de vijfdeurs op dit eigenste ogenblik op de Belgische markt. De break mogen we volgend jaar verwachten. Drie- of vierdeursversies zijn niet voorzien. Niet nodig, zegt de constructeur, want met de twee bovenstaande modellen dekken ze reeds 83% van de markt. Eén op vijf verkochte auto's in het C-segment is een break. Het segment trekt in ons land traditioneel 57% particuliere- en 43% beroepsmatige klanten aan. Hyundai heeft evenwel niet zo'n sterke fleetpositie als het gros van de Europese merken en is al tevreden als ze 30% aan bedrijven verkocht krijgen.

Het lijnenspel van de i30 geeft aan in welke richting het merk in de toekomst zal evolueren. Hyundai omschrijft die zelf als sportief, zonder daarom agressief te zijn. Dat is evenwel de richting die zowat alle automerken uitgaan en daarom kan je niet meteen stellen dat de i30 uit de band springt. Verzorgt is het wel. Het bedrijf kaapte bij BMW één van de designers van de 1-Reeks weg en als u het ons vraagt, is dat vooral de kont aan te zien. Binnenin vinden we het opzet nog beter geslaagd. Niet alleen pakt de i30 uit met een wielbasis van 2,65m (samen met de Kia Cee'd de grootste uit het segment) die zowel voor- als achteraan een riant plaatsaanbod garandeert. Er ging duidelijk veel aandacht naar de materiaalkeuze. Die is onberispelijk. Hyundai koos ook voor een blauwe dashboardverlichting. Op vlak van ergonomie zijn er geen valkuilen te detecteren en het verkrijgen van een nagenoeg ideale zithouding is kinderspel. De zetels tot slot zijn perfect geschikt voor het beoogde doel. Comfortabel en niettemin voldoende stevig om vermoeidheid te bestrijden en met net voldoende zijdelingse steun. In de koffer is plaats voor minimaal 340l, uitbreidbaar middels een in delen neerklapbare achterbank tot 1.250l.

De i30 krijgt 6 verschillende motoren onder kap, evenredig verdeeld tussen benzine- en dieselaggregaten. In het eerste geval gaat het om een 1,4l met 109pk een 1.6 met 122pk en een 2.0i met 143pk. In ons land zullen evenwel haast uitsluitend diesels besteld worden. De dienst wordt uitgemaakt voor een 1.6 met 90pk, een variant met gelijke longinhoud maar 115 paarden en een 2.0 die tekent voor 136pk. We opteerden bij onze eerste kennismaking voor de gulden middenweg en voelden de 115pk krachtige 1.6 CRDi aan de tand, om ons te laten overtuigen door z'n aangename karakter, goede geluidsdemping, loopcultuur en -last but nog least- werkijver. De motor wordt gekoppeld aan een vlotte handgeroerde vijfbak en komt op geen enkel moment in de problemen. Omdat hij homogeen is, voelt hij ook vlotter aan dan z'n sprinttijd van 11,6 tellen doet vermoeden. Hyundai maakt voor het onderstel gebruik van een volledig onafhankelijke ophanging rondom -nog steeds geen evidentie in het segment. Die betrekkelijk stevig afgesteld, zonder daarom oncomfortabel te worden. Het stuurwiel is eveneens prettig en lineair bekrachtigd en de koets reageert snedig op de instructies van de bestuurder om pas in grensgevallen onderstuur (waartegen niets in te brengen valt) te gaan vertonen. De Hyundai steekt ermee enkele Europeanen naar de kroon, al missen we wat betrokkenheid.

Hyundai speelt z'n troefkaarten uit op het laatst. In tegenstelling tot Kia's Cee'd (zoals gezegd in wezen dezelfde auto) geldt hier geen garantie van 7 jaar. Maar drie jaar totale waarborg zonder kilometerbeperking (!) kan ook tellen. Hyundai maakt het verschil in prijs en uitrusting. Enerzijds is er een aantrekkelijke vanaf-prijs die € 14.999 bedraagt (1,4l benzine). Een diesel is er vanaf € 16.499. De importeur verwacht het best te scoren met de 90pk sterke dieseleenheid in Style-uitvoering (boven Comfort en Lounge, maar onder Style Plus en Executive). Die is voor € 20.499 is uitgerust met een leder/stof-combinatie, automatische airco, lichtmetalen velgen, boordcomputer, parkeersensoren en automatische koplampen en ruitenwissers. Anderzijds is er, als klap op de vuurpijl, de veiligheidsuitrusting. Hyundai beschermt z'n klanten immers met 6 airbags, actieve hoofdsteunen, een geavanceerd ABS-systeem én standaard stabiliteitscontrole. Met dat laatste staat de i30 alleen in dit segment en prijsklasse.