Het interieur van de R8 ademt -hoe kan het ook anders- sportiviteit. Toch zoekt de constructeur ook hier geen extremen op. De afwerking is net zo verzorgd als ze in elke andere Audi is. Parasietgeluiden ontbreken en de materiaalkeuze is onberispelijk. Op één klein detail na, en dat is dat het rijkelijk gebruikte aluminium -onder meer voor de versnellingspook- nogal gevoelig is voor krassen. In het instrumentarium zitten twee druppelvormige tellerclusters die je rood verlicht aanstaren. Ook al heeft de motor nog geen kik gegeven; de toerenteller tot 9000t/min en de snelheidswijzer tot 350km/u verraden het potentieel. Voor het instrumentarium vinden we een sportstuur met afgeplatte onderrand. Goed voor makkelijker in- en uitstappen en het oogt appetijtelijk. Wie z'n stuur op de correcte manier hanteert zal ook geen problemen ondervinden, al wijst de praktijk uit dat haast niemand dat ook effectief doet. En geef toe, het laatste wat je wil, is op een cruciaal moment naast de stuurvelg grijpen. U bent gewaarschuwd.
Sportwagens geven nogal eens een benepen gevoel. En natuurlijk is het in de R8 niet zo dat het zicht rondom riant is, de voorruit gigantisch hoog is of je door de achterruitkijkspiegels een panoramisch zicht hebt, maar de cabine komt verre van benepen over. Dat is vooral aan de breedte van het passagierscompartiment te danken. Manoeuvreerruimte voor ellebogen en voeten is niet elke auto uit dit segment gegeven. Het zitmeubilair met geïntegreerde hoofdsteunen omsluit het lichaam als gegoten. Het verankert de inzittenden op hun plaats maar is niettemin voldoende comfortabel. Ook tijdens langere ritten wordt de R8 niet vermoeiend en dat is gezien de -uiteraard- zeer stugge onderstelafstelling een prestatie. Het is eveneens een zeldzame eigenschap in dit segment. Eigenlijk is het -alweer- alleen de Porsche 911 die dergelijk lange-afstandscomfort biedt. Wie erin slaagt consequent rekening te houden met de laagliggende neus van de R8 (die bij verkeersdrempels wat graag het asfalt kust) kan de sportwagen voor dagelijks gebruik inzetten. Het interieur biedt zelfs wat opbergmogelijkheden, waaronder een bruikbaar handschoenkastje. Anderzijds kan je in de R8 niet meteen een huishouden kwijt. De koffer in de neus is dan wel regelmatig van vorm, maar slechts 100l groot. Voldoende voor de weekendbagage van twee personen, hebben we kunnen constateren, maar daar blijft het bij. Om het vergelijk met de 911 door te trekken... die heeft 30 liter bagageinhoud meer en beschikt over noodzitplaatsen achteraan die van geen kanten geschikt zijn om inzittenden op te parkeren, maar uitstekend dienst doen als uitbreiding op de bagagecapaciteit. Nu heeft de Audi achter de inzittenden ook wel een legplank waar je een sportzak of dergelijk klein grut kwijt kan, maar handig is het niet.