Audi leent de lay-out van de Gallardo en een model met middenmotor heeft meteen consequenties voor de lijn. De partij achter de twee inzittenden wordt langgerekt, wat een krachtig silhouet oplevert. Audi koos voor sobere, maar daadkrachtige lijnen, terwijl de flanken door twee grote anderskleurige zijpanelen, waarachter een luchthapper huist, gedomineerd worden. Het geeft het model een unieke uitstraling. De cabine ligt als het ware achter de neus verscholen. Die is relatief lang omdat ze aan de laatste crashtestnormen voldoet. Erin verscholen zit ook de koffer, die anders misschien onbestaande was geweest.
De R8 kreeg arendsogen als koplampen. Die flankeren de gelakte centrale grille en worden door en rij LEDs (die altijd branden) onderlijnt. Daarmee eigent het merk zich eindelijk een duidelijk herkenbaar lichtsignatuur toe. De Xenonlampen ondersteunen de link met dierenrijk. Achteraan wordt de vormgeving van de 4,43m lange, 1,90m brede en 1,25m hoge R8 bepaald door breed uitgesmeerde luchtdoorstroomopeningen. De vorm van de achterlichten sluit er naadloos bij aan en de vier uitlaten, in paren aan de buitenzijde van de bumper gegroepeerd, romen het geheel discreet, maar onmiskenbaar af. Kwetsbaar is het koetswerk van de R8 wel. De bumperschilden zijn vrij intelligent ontworpen, dus daar zit niet meteen een probleem. Maar de vrije wagenhoogte is beperkt tot het wettelijke minimum en dat wil je in een land dat bezaaid is met onoordeelkundig aangelegde parkeerremmers wel eens parten spelen.