T’is niet alleen het exterieur dat Alfa van de meer gevestigde waarden onderscheidtij het interieur wijkt naar goede gewoonte ook af van wat de -op een conservatiever gerichte doelgroep- concurrentie produceert. In het optionele lederen interieur zorgt het naar achteren gekantelde zitvlak van de zetels meteen voor een wat sportievere rijhouding. Die vergt enige gewenning, maar mede dankzij de relatief smalle zetels met een uitgekiende ondersteuning voor de onderrug en dikke zijdelingse steunkussens is die verassend comfortabel. Een groot verschil met de nochtans recentere 147.
De wijzigingen binnenin zijn even subtiel als onopvallend. Alfa maakt gebruik van nieuwe, beter aanvoelende materialen die ze voornamelijk uit de 147 zijn gaan halen. De vormgeving van de aluminiumkleurige middenconsole werd aangepast zodat het binnen de Fiat-groep min of meer universele Connect-navigatie en communicatiesysteem kan ingebouwd worden. Daardoor staat het geheel wat dichter bij de bestuurder. De boordcomputer kreeg een plaatsje in de opbouw op het dashboard waarin vroeger enkel verluchtingsmonden zaten. Om het schermpje voldoende groot te maken, werd die opbouw wat groter. Het instrumentbord bestaat nog steeds uit twee diep verzonken ronde klokken voor de toerenteller en de snelheidsmeter, met een aluminiumkleurige omranding die een extra stijlvolle toets aan het geheel geeft. De andere analoge metertjes vinden een plaats in de middenconsole. Ook die zijn relatief diep verzonken en zijn duidelijk naar de bestuurder gericht. Het schermpje van de boordcomputer is dat niet. Voor de zichtbaarheid is dat ook niet nodig, maar we hadden het net iets consequenter gevonden om, als alle andere instrumenten gericht staan, dat ook daar te doen.
In het M2-segment speelt de concurrentie met modellen als de Ford Mondeo, Opel Vectra en Citroën C5 de kaart van de ruimte, zowel binnen als buiten. Met een lengte van 4,43m, een hoogte van 1,42m en een breedte van 1,74m bengelt de 156 hoe langer hoe meer onderaan het segment. Bovendien heeft men binnenin toegevingen moeten doen aan de lijn van de wagen. Het interieur is bijgevolg eerder vergelijkbaar met dat van Őom maar wat te zeggen- een Citroën Xsara als met dat van een C5. Vooraan zal iedereen nog voldoende plaats hebbenij als je achteraan meer dan 1,80m kwijt wil, begint het dak wel heel erg dicht te komen. De breedte achteraan is voldoende voor 2. Drie kinderen op de achterbank moet ook nog kunnen, met drie volwassenen wordt het daarentegen wel heel erg intiem.
Een vierdeurskoetswerk heeft als negatief gevolg steeds dat de opening van de koffer onder beperkt is tot de relatief beperkte ruimte tussen de onderste rand van de achterruit en de laadrempel. Ook hier is dat van die aard dat je grote voorwerpen best even opmeet vooraleer je ze probeert te laden. De Sportwagon heeft een neerklapbare achterbank, maar op de berline moet je het in het beste geval stellen met een doorlaadluik. Da’s goed voor ski’s of andere relatief kleine items maar dan houdt het op. Daardoor blijft de kofferruimte in alle omstandigheden beperkt tot 378l. Geen ramp, maar de concurrentie doet veelal beter.