De A4 berline werd eerder dit jaar, na een succesvolle loopbaan, vervangen. In een segment waar de concurrentie (met o.a. de BMW 3-reeks en de Mercedes C-Klasse) moordend is, speelt Audi het behoorlijk ‘safe’ en werkt het vooral verder op de basis die de vorige A4 legde. Een sterke marktpositie binnen het segment van de grote gezinswagens en -niet in het minst- een brok van de leasingmarkt is de doelstelling.
De A4 valt te krijgen met 4 benzinemotoren. Een 1.6 van 102pk, een 2.0 van 130pk, een 1.8 met turbo van 150pk en een 3.0 V6 van 220pk. Prijzen daarvoor beginnen bij 904.421 BEF of 22.420 EUR. De duurste benzine, de 3.0 V6 in Quattro-uitvoering, gaat voor 1.527.672 BEF of 37.850 EUR over de toonbank. De kilometervreters hebben keuze uit 3 diesels. De gekende 1.9l TDI-motor van VAG is te krijgen met 100 en 130pk. Je kan ook dieselen met 155pk. Je hebt dan een zescilinder met 2.5l inhoud in het vooronder. De goedkoopste zelfontbrander staat voor 924.591 BEF of 22.920 EUR in de prijslijst. Ook hier is de duurste variant een Quattro: alleen te verkrijgen met de 2.5l V6 voor 1.479.264 BEF of 36.670 EUR.
We voelen de basisdiesel, met 100pk, aan de tand. Standaard voorzien van mistlampjes, elektrisch verstelbare buitenspiegels, centrale deurvergrendeling met afstandsbediening, elektrisch bediende ruiten vooraan en ESP. De uitrusting vertoont daarmee, op de asymmetrisch neerklapbare achterbank en elektrische ruitbediening achteraan na, geen hiaten. De testwagen was enkel van metaalkleur, te krijgen voor een nogal forse 30.751 BEF (762,30 EUR), en elektronische klimaatregeling voorzien. Die staat voor 50.021 BEF (1.240 EUR) in de optielijst. Het totale prijskaartje van de testwagen strandt daarmee op 1.005.353 BEF of 24.922 EUR.