Bij de meeste prestigeconstructeurs heerst er de laatste jaren een drang naar diversificatie. De sterke eigenschappen van het merk, en niet in het minst de reputatie, worden gebruikt om door te dringen in een nieuw segment. Het succes van de Sport Utility Vehicles of SUVs is het management daarbij niet ontgaan. Mercedes introduceerde de M-klasse, Lexus ging de RX-300 dan toch in Europa commercialiseren, Volvo werkt momenteel ook al aan een 4x4 en BMW kwam met de X5. Terwijl de concurrentie met zijn 4x4’s steeds beweert een ideaal compromis te hebben gevonden tussen weggedrag en terreincapaciteiten, stelt BMW de X5 voor als een wegvariant. Een asfalt Ő 4x4 dus, met de eigenschappen die de potentiële klanten zo aantrekken in een SUV (zoals de hogere zitpositie en het imago), maar mét het weggedrag van een BMW.
De X5 was al leverbaar met een 4.4 V8 van 286pk, een 3.0 zescilinder-in-lijn van 231pk en een 4.6 V8 van 347pk voor de supersportievelingen. Nu krijgt de X5 ook de 3.0 dieselmotor (uit o.a. de 7-reeks) onder de kap en daarmee is het aanbod compleet. Met een basisprijskaartje van 1.791.100 BEF of 44.400 EUR is dat ook meteen de goedkoopste X5 uit het gamma. De prijzen van de benzineversies variëren van 1.843.500 BEF of 45.700 EUR voor de 3.0i tot 3.283.700 BEF of 81.400 EUR voor de 4.6is. Onze 3.0d was van een arsenaal opties voorzien (o.a. automaat, airbags achteraan, lichtmetalen velgen, Xenonlichten, Navigatie, Voice Control, autotelefoon, lederen binnenbekledingij), die de totale kostprijs van de testwagen op 2.480.558 BEF of 61.491 EUR brengen.
