Het interieurconcept van de C5, en dus ook de break, leunt aan bij dat van een monovolume. Daardoor kies je vanzelf voor een iets rechtere zit, die minder plaats inneemt. Als bestuurder zit je dan ook iets hoger, al is de zithoogte in een klassieke monovolume (zoals de Citroën Xsara Picasso) nog merkbaar hoger. Een uitstekende rijhouding moet iedereen kunnen bekomen, dankzij de uitgebreide instellingmogelijkheden van de bestuurszetel en het stuurwiel, dat zich in de hoogte en de diepte laat verstellen. De zetels, zowel voor- als achteraan, steunen goed en zorgen bovenal voor een comfortabele zit. De vulling ervan is zachter als bij de meeste automerken, maar dat heeft geen invloed op de vermoeidheid op langere ritten. De C5 is, zelfs niet met de topmotorisaties, bedoeld om dynamisch te rijden en dat is te merken aan de zijdelingse steun van de zetels. Omdat aangepaste zetels, met meer zijdelingse steun Őzeg maar sportzetels- niet in de optielijst staan hadden de zijprofielen iets meer uitgewerkt mogen zijn. Het gaat evenwel te ver het een mankement te noemen.
Zowel voor- als achteraan is er knie- voet- en vooral hoofdruimte te over. Ook de middelste passagier achteraan is goed bedeeld want de ingenieurs bij Citroën wisten de transmissietunnel zo klein te houden dat hij nauwelijks merkbaar is. Je hebt dus een ei zo na vlakke vloer achteraan.
Over het dashboard zijn we in de wolken. De wijzertjes zijn duidelijk en goed afleesbaar, alles hendeltjes zitten waar het hoort en de gebruikte materialen zien er goed uit en voelen goed aan. Een hele verbetering ten opzichte van de Xantia en XM die beiden natuurlijk al niet meer van de jongste waren. Citroën maakt ten volle gebruik van de mogelijkheden die de multiplex-architectuur van de wagen biedt. Daardoor heb je net als bij de berline recht op een licht- en regensensor. Die leveren, zoals we eerder al bij de dubbeltest van de 3.0 V6 en 2.2HDI berline konden vaststellen, uitstekend werk. De elektronische airco met gescheiden links/rechts temperatuurregeling is standaard, maar durft wel eens een steek te laten vallen: de temperatuur in het passagierscompartiment kan wat schommelen. De afwerking in het algemeen is van een hoog niveau, al slaagt de constructeur er nog altijd niet in de afdekking van het bagagecompartiment te vrijwaren van enig licht gerammel. Dat is bij een break weliswaar niet eenvoudig, en het stoort ook amper, maar het dient gezegd dat er concurrenten zijn die dergelijke geluiden wel in de kiem kunnen smoren.
De kofferklep van de C5 geeft toegang tot een laadruimte met zeer regelmatige vorm van een fikse 563l. Die is minstens 1,13m breed en 1,08m diep. De doorladen naar het passagierscompartiment kan via een skiluik voor kleine items, of mits het asymmetrisch neerklappen van de achterbank. De verkregen laadruimte is vanzelfsprekend vlak en niet minder dan 1,78m lang. Je hebt dan een laadvermogen van 1658l. De unieke Hydractive 3 ophanging (waarover meer bij rijeigenschappen) zorgt er bovendien voor dat de laadhoogte van de koffer instelbaar is. Je kan de drempel met een druk op de knop (zolang de motor niet draait) verhogen of verlagen. Een extra troef die samen met de uitzonderlijk brede en laag openende kofferklep voor een zeer laadvriendelijke break zorgt. De achteruit, die op de kofferklep zit, is ook apart te openen.
Het interieur van de C5 blijft, eens de dieselkrachtbron op een goede bedrijfstemperatuur is, vrij stil. Enkel de werkingsgeluiden van de ophanging en windgeruis, dat vanaf 110km rond de buitenspiegels ontstaat, vormen een uitzondering.