Al 28 jaar heeft Honda een Civic in het gamma. Sinds de komst van de compacte middenklasser verkocht de constructeur al 13 miljoen wagens met die naam. Momenteel staat de zevende generatie in de etalage. Een gloednieuw aanbod dat nu wordt uitgebreid met de driedeursvariant. Voor de eerste keer in al die jaren biedt Honda een drie- en vijfdeurs aan met elk een specifiek karakter; een beetje zoals Renault dat doet met de Laguna (sedan en Grandtour) in het hogere D-segment. Voor de eerste keer dus twee varianten met elk hun eigen doelgroep.
In Europa is het M1-segment veruit het populairste. Vorig jaar was zowat één op drie auto’s een compacte middenklasser. 6,4% van de hele West-Europese automarkt was een driedeurs uit dat populaire segment. Het is met andere woorden vooral zaak om een stevig product op poten te zetten om zo goed mogelijk te kunnen meedingen. Daarbij is een dieselmotor niet onbelangrijk, want hoe langer hoe meer modellen worden met een zelfontbrander verkocht. Vanaf volgend jaar zal Honda dan ook zijn eigen diesel aanbieden.
In afwachting daarvan testten wij de Civic driedeurs met zijn twee belangrijkste motoren, de 1.4 en 1.6. Onze 1400 doet het met de LS-afwerking. Die kost 620.000 BEF of 15.369 EUR. Zijn uitrusting is gemiddeld zonder dat er echte ’gaten’ inzitten. Ten opzichte van de basisversie, S, krijgt de LS onder meer een manuele airco, centrale vergrendeling met afstandsbediening, een extra paar luidsprekers en elektrisch verstelbare en verwarmde buitenspiegels in koetswerkkleur. De 1.6 die we testten kwam in de ES-uitvoering. Dit topmodel gaat van de hand voor 750.000 BEF of 18.592 EUR. De airco is hier automatisch en de radio/cassette werd ingeruild voor een exemplaar met Cd-speler. Het model krijgt daarenboven een elektrisch bediend open dak, alu velgen, koplampsproeiers en een buitentemperatuurmeter. Beide modellen kregen nog een metaalkleurtje van 14.900 BEF of 369 EUR. Ze droegen dus een prijskaartje van respectievelijk 634.900 BEF of 15.739 EUR en 764.900 BEF of 18.961 EUR.