Voor de aandrijving van deze nieuweling zorgt een nieuwe 1.4l viercilinder die voldoet aan de Euro-4 norm. Die is speciaal ontwikkeld om onder de kap van de Jazz te passen. De autobouwer houdt het op een klassiek blok met twee kleppen per cilinder en een enkele bovenliggende nokkenas, maar plaatst wel 2 bougies per cilinderkamer (dubbele sequentiële ontsteking). Dat bevordert de vlamspreiding en zorgt voor een efficiëntere verbranding, met positief gevolg voor het vermogen. De i-DSI krachtbron levert 83pk bij 5.700t/min en 119Nm koppel bij 2.800t/min. Die motor heeft een soepel karakter en hoeft, in tegenstelling tot veel andere motoren van de constructeur, niet hoog in de toeren gereden te worden. Gekoppeld aan een prettig schakelende vijfbak kan je naar 100km/u in 12sec. De Jazz verkiest de stad, dat merk je o.a. aan de relatief korte vijfde overbrengingsverhouding, maar toch kan je tot 170km/u halen. Bij hoge snelheden heb je last van windruis rond de spiegels, maar motorgeluid is zo goed als niet aanwezig. Honda belooft een gemiddeld verbruik van 5,7l. Ons verbruiksgemiddelde bleef hangen op 7,4l al moeten we bekennen regelmatig het uiterste van de Jazz te hebben gevergd waardoor we gerust een litertje kunnen toegeven.
De ophanging bestaat uit Mc-Pherson veerpoten vooraan en een H-vormige achterwielophanging met torsiestang achteraan. Beide systemen zijn compact. Vooraan zorgt dat, samen met de compacte motor, voor een kleine draaicirkel van 10m. De ophanging zorgt voor een goed controleerbaar weggedrag, al is de demping bij tijden aan de harde kant. De gripgrens in de bochten ligt vrij hoog terwijl de Jazz op de limiet zijn neutraal gedrag ruilt voor onderstuur. Overstuurneigingen vertoont hij niet. Stoppen gebeurt met geventileerde schijven van 240mm vooraan en trommels van 180mm diameter achteraan. Als je gaat racen is het beste er snel af, maar voor normaal gebruik is het ruimschoots voldoende.