De constructeur uit Zuid-Korea lost zijn Coupé af. Het nieuwe model moet de marktpositie van de autobouwer in het segment van de Coupé’s veilig stellen. Dat segment vertegenwoordigd in West-Europa jaarlijks 250.000 verkochte wagens, 2% van de totale verkoop. De verkoop van het gehele segment blijft stabiel, al is er binnen het segment wel een verschuiving. De goedkopere modellen (zoals de Ford Puma, Opel Tigra...) doen het minder goed. De middenklassers binnen het Coupé-segment zijn stabiel gebleven, terwijl de zwaardere types nu bijna dubbel zo veel verkocht worden als in 1996. De Hyundai Coupé houdt zich daartussen verassend goed. Met de 1.6l motor bevindt hij zich in de prijsklasse van de instapmodellen en hij weet zijn marktaandeel daar te behouden, ondanks de algemene terugval. De 2-liter zit, ook qua prestaties, in de middenmoot. Dat de klant betere prestaties en uitrusting wil, en daaraan meer geld wil spenderen, is de constructeur natuurlijk ook opgevallen. Daarom commercialiseert Hyundai nu voor de eerste keer de Coupé met 2.7l V6. Zo willen ze met eenzelfde wagen aanwezig zijn in 3 nichesegmenten.
De Koreaan is, afhankelijk van de motorisatie te krijgen als Coupé, Coupé FX en Coupé FX’S’. Hij kost minimaal 16.999 € (685.737 BEF). De 2.0 krijgt een instapprijs van 19.999 € (806.757 BEF) en de 2.7 V6 gaat voor 25.999 € (1.048.797 BEF) over de toonbank. Wij reden alvast met de tweeliter. In de meest luxueuze uitvoering heeft die sowieso 16-duims lichtmetaal, elektrisch bediende ruiten en spiegels, lederen interieur, elektronische airconditioning, antispin, dubbele uitlaat, mistlichtenij De enige aanwezige optie is metaalkleur. Daarmee komt het totale prijskaartje van de testwagen op 22.753 €. Dat zijn 917.853 oude franken. Als je rekening houdt met de uitrusting is dat een uitstekend begin.