De Terracan wordt aangedreven door een nieuwe 2902cc viercilinder-in-lijn common-rail turbodiesel die bij 3.800t/min 150 paarden loslaat. De koppelkromme piekt op 333Nm bij 2.000t/min. Daarmee haalt hij 100km/u op de teller na een puike 13,7sec. Het gevaarte dat leeg toch 2118kg op de weegschaal zet, haalt een top van 166km/u. Aan de motor beviel ons vooral de wilskracht. Er zit voldoende kracht onder het gaspedaal om bijvoorbeeld een normaal, vlot inhaalmanoeuvre uit te voeren. De Terracan verdraagt dan ook behoorlijk wat aan de trekhaak, tot 2,8 ton geremd. Zolang je het rustig aan doet, gaat de motor spaarzaam om met het kostbare vocht. Hyundai heeft het over 8,6l/100km. Een haalbare kaart als je niet dikwijls aan autostradesnelheden gaat rijden of de Terracan over terrein jaagt.
Gewoonlijk wordt de Terracan op de achterwielen aangedreven. Via een draaischakelaar op de middenconsole kan je evenwel kiezen voor een permanente 4x4, als het terrein wat minder toegankelijk wordt of voor meer stabiliteit bij het slepen, en je beschikt ook nog over een terreinversnelling met extra korte verhoudingen. De versnellingsbak werkt uitstekend als je niet te snel probeert te schakelen. Je voelt in het pookje wel steeds even de tandwielen inpakken. Dat is typisch, de Mitsubishi Pajero had bijvoorbeeld ook.
Voor de ophanging doet men vooraan beroep op een onafhankelijke dubbele wishbone met torsiebar. Achteraan zit een starre as met spiraalveren. Zowel voor- als achteraan monteerde men een stabilisatorstang, al verhindert die niet dat de Hyundai in de bochten behoorlijk gaat hellen. Het gebruikte ladderonderstel speelt wat meer schokken door naar het interieur, maar het is zo goed als onverwoestbaar. Op asfalt vinden we niet enkel de motor van de Terracan goed. De gripgrens ligt behoorlijk ver, onder- en overstuur wordt duidelijk gesignaleerd en zijn relatief eenvoudig corrigeerbaar. De tractie is duidelijk ver boven de middenmoot in deze klasse. Je hoeft ook bij regenweer niet over te schakelen naar 4x4 om te verhinderen dat de achterzijde bij het accelereren of in bochten een eigen leven gaat leiden. Enige smet op een anders uitstekend resultaat: het stuurtje. De bekrachtigde kogelkringloop laat zich vlot bedienen, maar geeft geen enkele feedback. Absoluut niets, net of je met een lepel in een potje yoghurt zit te roeren.
Terracan is een samentrekking van het Latijnse woord terra, wat aarde betekend, en het Turks-Perzische woord khan, wat zoveel wil zeggen als soeverein. De Terracan moet zich dus ook op het onverhard bewijzen. Op papier ziet het er niet slecht uit; de vrije hoogte tussen de assen bedraagt 21,6cm, de maximale overrijhoek is bijgevolg 22° groot terwijl de aanvangshoek en de vertrekhoek respectievelijk 30° en 25° zijn. De praktijk is iets minder rooskleurig. Vanzelfsprekend kan je door de lange wielbasis geen grote hindernissen aan, maar ook de ophanging bleek niet optimaal te zijn. De Terracan staat vooraan veel slapper op z’n poten dan achteraan. Dat maakt de voorkant op terrein wat springerig, maar -belangrijker- het zorgt ervoor dat de voorwielen bij het nemen van een hindernis veel meer veerweg nemen dan de achteras waardoor de bodemvrijheid vooraan te snel krap wordt. Hyundai’s keuze voor de hardere achterophanging heeft uiteraard te maken met het laad- en sleepvermogen. De grootste pretbederver in deze waren evenwel de banden. De 100% wegband hield het nog wel op een droge zandgrond, maar zelfs met een weinig modder en water bleek de Hyundai zich meer zijwaarts dan voorwaarts te bewegen, terreinversnellingen en een limited-slip differentieel achteraan ten spijt. Verder dan wat softroaden zijn we dus niet gekomen. Dit is het enige punt waarop de concurrentie merkbaar beter scoort, al mag het belang van de banden zeker niet onderschat worden. Ander rubber had ongetwijfeld een ander resultaat gegevenij