De binnenzijde moet ogenblikkelijk een sfeer van welbehagen, comfort en in het geval van Lancia ook luxe uitstralen terwijl ruimte en flexibiliteit al even essentieel zijn. Luxueus is het geheel reeds bij een eerste oogopslag want de Italianen maken rijkelijk gebruik van Alcantara. Een groot deel van het dashboard en de bovenste deurpanelen zijn ermee bekleed. De scheiding met de grijze kunststof onderdelen eronder wordt geaccentueerd door een lijntje met houtdecoratie. Voor de bestuurder is de ruimte zonder meer voldoende, maar de beenruimte voor de passagier vooraan is in feite wat te krap. Dat komt ongetwijfeld doordat de ingenieurs van de mogelijke interieurruimte geen centimeter onbenut wilden laten en daarom de inzittenden zo ver mogelijk naar voren schoven. De voetruimte op de tweede zitrij is riant terwijl ook de twee extra zitplaatsen daarachter met gemak voor langere ritten een volwassene kunnen accommoderen. Met draaibare voorzetels, drie individueel verschuifbare zetels op de achterbank en vanzelfsprekend opklapbare zetels op alle achterste zitplaatsen kan je het interieur zonder moeite aan je wensen aanpassen.
De zitplaatsen laten zich eveneens zonder problemen monteren, demonteren of omvormen tot een tafeltje. Het mechanisme om de individuele zitplaatsen van de tweede zetelrij met rugleuning en zitvlak naar voor te klappen om personen om de achterste rij te laten plaatsnemen vinden we helaas een pak minder gebruiksvriendelijk. Gelukkig is de verkregen toegang ruim te noemen, mede dankzij de grote schuifdeuren, en kan je zonder moeite helemaal achteraan plaatsnemen. Als je de zetels volledig uit de weg wil hebben, moet je ze achterlaten, maar een breuk hoef je je daarom niet te heffen.
Kosten noch moeite zijn gespaard om van het instrumentenbord wat aparts te maken. Achter de gigantische voorruit werden de instrumenten nu gegroepeerd in het midden van een losstaande balk. Het instrumentenbord is bij Lancia steeds een grote centrale kleurendisplay voor de informatie van de boordcomputer of het Connect-systeem voor GSM en navigatie. Links ervan zit een snelheidsmeter, rechts een toerenteller, steeds met een klassieke ronde wijzerplaat in een vierhoekig design. De achtergrondverlichting in groen is duidelijk en sfeervol ’s nachts maar overdag vinden we de Tupperware-look een beetje goedkoop overkomen. Helemaal consequent in de plaatsing van het instrumentarium zijn de ontwerpers niet geweest; achter het stuur zit immers nog een halfronde console met een LCD-schermpje dat de kilometerstand weergeeft en de verklikkerlichtjes bevat.
De zetels missen de voor dit wagentype niet noodzakelijke zijdelingse steun en zijn voor het overige perfect comfortabel. In de wagen naar achter klimmen wordt gemakkelijk gemaakt door de afwezigheid van een middenconsole. De handrem zit immers aan de buitenzijde en het pookje is net als bij de vorige versie op het dashboard geplaatst. Dat is op meer dan één vlak een meevaller want het is er écht handig te bedienen en je kan ook met neergeklapte armsteunen schakelen zonder in de problemen te komen. Airco is standaard en naast een instelling voor elk inzittende vooraan kan de blazersnelheid ook apart voor de twee achterste rijen geregeld worden. De laadcapaciteit bedraagt minimaal 324l. Dat is redelijk veel maar zoals steeds is die niet erg bruikbaar want vooral hoog en niet zeer lang. Een argument dat geen steek meer houdt zodra de derde zetelrij thuisgelaten wordt. Voor het vervoer van echt grote stukken of volumes kan je natuurlijk ook de tweede zetelrij demonteren. Je hebt dan niet minder dan 2948l laadvolume ter beschikking.
Het interieur van een monovolume is in feite één grote klankkast. Daardoor zijn de irriterende geluidjes die afwerkingsfoutjes kunnen veroorzaken des te moeilijker te camoufleren. Onze testwagen had er gelukkig nauwelijks last van, wat niet wil zeggen dat de afwerking niet voor verbetering vatbaar is. Zo bleek er op de afdekpanelen van de talrijk aanwezige bergvakjes soms wel heel erg veel speling te zitten. Ook dat is typisch voor monovolumes dus ga er niet van uit dat de concurrentie per definitie beter doet.