De testwagen heeft een 1.998cc viercilinder-in-lijn Common-Rail diesel met vier kleppen per cilinder en een enkele bovenliggende nokkenas onder de kap. Die fungeert als instapdiesel, al kun je daar met een vermogen van 120pk bij 3.500t/min en vooral 310Nm bij 2.000t/min nauwelijks over spreken. Het spurtje naar 100km/u gaat voor de vijfdeurs in 11sec terwijl de topsnelheid gekoppeld aan een manuele kabelbediende vijfbak 198km/u bedraagt. De diesel voelt zich, zodra hij op temperatuur is, uitstekend tussen 1.750 en 4.500t/min. Met name de combinatie tussen de motor en de strak en duidelijk afgelijnde, maar niet supersportief schakelende, bak vinden we geslaagd. De spreiding ervan haalt als het ware het beste in motor boven. Een lichte en uitstekend doseerbare koppeling maakt het plaatje compleet.
De ophanging is zowel voor- als achteraan van het Multi-link type. Vooraan heeft die twee dwarsarmen onder, één dwarsarm boven en is ze voorzien van dubbelwerkende telescopische schokdempers en een stabilisatorstang. Het systeem achteraan is van het E-type, heeft vier ophangingsarmen (waarvan drie in E-vorm) en net als vooraan dubbelwerkende telescopische schokdempers en een stabilisatorstang. Voor een optimale geluids- en trillingsdemping worden beide aan het koetswerk bevestigd door middel van rubberblokken. De ophanging toont zich in de praktijk vooral zacht, comfortabel en toch behoorlijk efficiënt in het beperken van niet noodzakelijke koetswerkbewegingen, een aspect dat de reiswagenambities van deze Japanner benadrukt. Tijdens het sportievere bochtenwerk toont de wagen zich relatief lang neutraal, maar wel met een duidelijke voorliefde voor onderstuur. De achterkant blijft per definitie mooi op koers tenzij je halverwege de bocht plots gas lost of op de rem gaat staan. Je lokt dan overstuur uit en kan rekenen op een vrij heftige reactie, vooral bij regenweer. Enig puntje van kritiek op de ophanging en op de relatief lichte afstelling van de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging is dat ze voor de sportief ingestelde bestuurder misschien wat te weinig feedback geven. Wel leuk is dat de CDVi-motor weet hoe hij met brandstof om moet springen. Mazda geeft verbruiksgemiddelden op met een minimum van 5,5l voor de buitenstedelijke en een maximum van 8,3l voor de stedelijke cyclus. Wij verbruikten tijdens de gemengde cyclus 7,4l/100km. Net geen litertje meer dan de 6,5l die de constructeur opgeeft en omdat we de gaspedaal verre van gespaard hebben een uitstekend resultaat.
De stoppers van dienst zijn geventileerde schijven vooraan en reguliere schijven achteraan. Dat systeem quoteren we als ruim voldoende voor alledaags gebruik. De veiligheidssystemen, ABS en stabiliteitscontrole, houden zich lang afzijdig om pas als het echt noodzakelijk is behoorlijk abrupt tussenbeide te komen.