In het interieur is het meest opvallende kenmerk het centraal geplaatste instrumentenbord met ronde wijzerplaten. Die zijn goed afleesbaar en vormen samen het integratiepaneel voor de autoradio, en enkele vakjes voor drankblikjes, een centraal paneel. De materialen zien en voelen degelijk aan, met uitzondering van de klepjes voor de vakjes in het dashboard. Die zijn uit heel erg licht plastic. Aan de ergonomie kan ook nog wat gesleuteld worden. Zo zit de bediening voor de airco laag en hebben we zowat een uur moeten zoeken naar de instelling van de (verwarmde) buitenspiegels.
Over de rijhouding waren we in onze nopjes. Met de instellingsmogelijkheden van stuur en zetel zaten we binnen de kortste keren goed. Zowel voor als achteraan is het plaatsaanbod voldoende en zal er zeker aan hoofdruimte geen tekort zijn. De achterbank heeft bovendien een verstelbare rugleuning. De voorzetels hebben duidelijk geprofileerde zijvlakken die je ook op een slecht zandwegje in je zetel moeten houden. De steun in de lenden is instelbaar en daardoor zal je in de X-Trail ook niet snel last van je rug krijgen.