De ingenieurs van het International Development Center van namen het onderstel onder handen. De ophanging werd speciaal ontworpen om een hoog laadvermogen, comfort en een voorbeeldige wegligging te combineren. Men maakt daarvoor gebruik van een onafhankelijke MCPhersonophanging vooraan en een semi-onafhankelijke achtertrein met torsieas in dubbel U-profiel. De ophanging filtert kleine oneffenheden weg zonder echt comfortabel te worden. Daarvoor is de veerweg te klein en het regelmatige contact (zeker geladen) met de stoppen kan voor springerige reacties zorgen. De wegligging van de Combo is ongetwijfeld exact zoals Opel het wou hebben; de wagen schuift zodra het ook maar een klein beetje te snel gaat met de snuit naar buitenzijde van de bocht. Dat onderstuurd gedrag is onvoorwaardelijk, dus ook als je de gas lost of bij lastenwissels zal de achterzijde in het gareel blijven. Heel voorspelbaar, maar niet echt dynamisch... net als de motor. De 1686cc viercilinder diesel van de testwagen heeft weliswaar directe inspuiting (900 bar), een turbo en een intercooler, maar ontwikkeld toch maar 75pk bij 4.400t/min. en 165Nm tussen 1.800 en 3000t/min. Dat lijkt niet zo slecht voor de 1.278kg zware Combo Tour, die een relatief goede Cx van 0,35 laat optekenen, maar het grote frontale oppervlak speelt het geheel al snel parten. Als je de diesel bij snelheden onder 100km/u tussen 2.000 en 3.500 krukasrotaties per minuut houdt, is het geheel soepel en redelijk vinnig. Daarboven moet je geduld hebben. Je kan naar 100km/u in 15,5sec en topsnelheid bedraagt 155km/u. De diesel vraagt gelukkig niet veel in de plaats. Een onderhoudsbeurt om de 30.000km en in ons geval een kleine 6l per 100km.