Laten we een koe een koe noemen, Opel heeft al betere tijden gekendij en toch komen ze nu met de Opel Speedster op de proppen. Een exclusief en compromisloos sportwagentje dat -ondanks het leentjebuur spelen bij Lotus- voor de constructeur amper zal opbrengen wat het kost. Klinkt behoorlijk ondoordacht, maar ze hebben gelijk en het principe is in autoland al zo oud als de straat. Als je alleen maar gewone dingen bouwt, brokkelt je reputatie na verloop van tijd af met het bekende gevolg voor de verkoopscijfers. Dus je moet je producten terug wat meer elan geven. Opel moet weer ‘hot’ worden, en dan is de Speedster best een knappe zet.
De Speedster werd in 1999 op het Salon van Génève als concept car voorgesteld. Behalve de daklijn (die werd achteraan wat naar beneden gehaald) en de geïntegreerde achterspoiler (die voor een betere luchtstroom wat meer naar boven kwam) veranderde er aan het design zo goed als niks. De sportwagen wordt in een beperkte oplage van 3000 stuks per jaar gebouwd in de Lotus-fabriek bij Hethel in de UK. België krijgt jaarlijks 150 Speedsters. Standaard kost de Opel 1.270.707 BEF of 31.500 EUR. Vanaf modeljaar 2002 krijg je opbergvakken in de deuren en de aluminiumafwerking standaard, maar voor al de rest moet je bijbetalen. In een auto die sowieso kaal is, mag je mistlichten, vloermatten, een voetsteun voor de passagier, metaalkleur, radio, leder, een Hard-top en een gekleurde Soft-top (de zwarte is standaard) in de optielijst zoeken. Op de hard top en de gekleurde Soft-top na, was onze testwagen (met nummertje 385) van alle opties voorzien. De prijs van al die individuele opties valt nogal mee. Het prijskaartje van de Speedster op de foto’s is dus 1.359.738 BEF of 33.707 EUR.