Opel ging voor de ontwerp van de op de Astra geïnspireerde Coupé aankloppen bij het Italiaanse Bertone. Die tekende de Coupé met zacht hellende voorruit en vloeiende bolle daklijn. Ten opzichte van de minder sportieve Astra’s kreeg het model strakker getekende voor- en achterbumpers, meer uitgesproken getekende luchtinlaten, een aangepast radiatorrooster en een verchroomd ovalen uitlaatstuk. De koplampen zitten in een zwartglanzend frame en achteraan werd voor de lichtblokken een iets donkerder glas gekozen. Om de sportiviteit te benadrukken opteerde men voor frameloze deuren en een zwarte B-stijl. Daarbij worden de deurgrepen, spiegelhuizen, flankbeschermers en drempels allemaal in de koetswerkkleur gespoten. De Coupé werd zo 15mm langer dan de vierdeurs versie. Ten opzichte van de drie- of vijfdeurs groeit hij zelf 157mm. Het eindproduct is dus 4,62m lang. De wielbasis en de breedte bleef onveranderd. De daklijn werd 35mm lager, maar dat ligt voor een deel aan het 20mm verlaagd onderstel. De aërodynamica profiteert mee van de wijzigingen. De sportieveling kan dus prat gaan op een uitstekende Cx van 0,28. De afwerkingskwaliteit is iets minder uitstekend. De koetswerknaden bleken niet altijd even gelijklopend, en ook de aansluiting van de bumpers met het koetswerk bleek voor verbetering vatbaar. De Coupé wordt nochtans op een splinternieuwe assemblagelijn in de Bertone-fabriek nabij Turijn gebouwd. Opel gaat daar jaarlijks 30.000 wagens produceren.