De CC biedt plaats aan 2+2 personen. Sportstoelen vooraan met kuipvorm bieden prima steun en zijn in de noodzakelijke richtingen verstelbaar. Toch is het niet altijd makkelijk om een gepaste rijhouding te vinden. Het stuur laat zich enkel in de hoogte regelen en daardoor zit het steeds wat te ver van de bestuurder. De ontwerpers kozen bewust voor een lagere zitpositie want dat versterkt het gevoel van sportiviteit. Bovendien komt het de ruimtelijke indruk ten goede. De sportstoelen beschikken ook over een geheugenfunctie. Zo hoef je ze niet opnieuw af te stellen wanneer iemand achterin ging zitten. De bestuurderspost, het dashboard en de deurpanelen worden overgenomen van de berline en halen dezelfde afwerkingsgraad. Spijtig genoeg bleef het interieur van onze testwagen toch niet helemaal gespaard van kleine parasietgeluidjes. Heel het achtercompartiment is specifiek. De zitjes achteraan zijn niet meer dan noodzitjes met rechte rugleuningen die tegen de wand bevestigd zijn. Het lijkt ons zelfs niet doenbaar om met 2 kleine kindjes een redelijke afstand te rijden. Tussenbeide loopt een kolom met bovenin een afsluitbaar bekerhoudertje. Boven elke rugleuning zit een klein zwart rolbeugeltje. Standaard meet de 206CC zich een stoffen plunje aan, maar in optie is leder geen probleem.
Een andere optie is de airco met temperatuurregeling die het interieur in een mum van tijd een ander klimaat geeft. Samen met deze optie krijgt de 206 een athermische voorruit. Alle informatie met betrekking tot het klimaat wordt verzameld op een LCD-scherm. Hierop lezen we af dat de airco ook de recyclagefunctie beheert. De airco is voldoende krachtig om zelfs met open kap voor verkoeling te zorgen. De ontwaseming tot slot verloopt supersnel.
De geluiddemping is van goed niveau, zowel wat betreft mechanische geluiden als rijgeluiden. De metalen dakconstructie levert hier dus knap werk. Die doorgedreven isolatie maakt meteen ook duidelijk dat de 206CC geschikt is om in de winter buiten te komen. Met gesloten dak verstoren alleen windgeluiden rond de A-stijlen de rust, maar doordringend worden die nooit.
Het comfort staat grotendeels op naam van de schitterend gedempte ophanging. De 206CC verteert putten, groeven en builen met de vingers in de neus. We hebben de ophanging op onze 1.500km lange test nooit op een fout kunnen betrappen. Alleen de koets beeft op de slechtste wegen, waardoor de rijprecisie alleen in die omstandigheden aan alertheid inboet. De stugheid van de dempers varieert naargelang het dak open of gesloten is. Als cabrio is de 206CC relatief zacht opgehangen mede doordat het dak dan op de achteras rust. Als coupé daarentegen wordt de ophanging stugger door de gewijzigde luchtstroom en gewichtsverdeling. De dakconstructie beperkt overigens ook de trillingen van de structuur, met een wat strakker gevoel tot gevolg. Daardoor koop je met de 206CC -nog meer dan dat het lijkt- twee wagens in één.