De Zweden richten zich op autogebied vooral op de luxemarkt. Bij concurrent Volvo zijn het enkel de S- en V40 die het op een relatief beperkte instapprijs houden en voor de goedkoopste Saab (een 9-3 Coupé) betaal je ook algauw 900.000 BEF of 22.310 EUR. Niet bepaald spek voor ieders bek dus. Dat de constructeur met een aanbod dat zich beperkt tot 2 modellen in amper 5 koetswerkvarianten niet echt briljante verkoopscijfers laat optekenen zal dan ook niemand verbazen. Saab bouwt uitstekende benzinemotoren, maar had van diesels niet echt kaas gegeten. In een dieselland als België heb je dan een probleem. Daar komt nu verandering in. De 9-3 is sinds kort te krijgen met een 2.2TiD van 125pk onder de kap en met de introductie van de 3.0 V6 TiD kan ook het topmodel op een waardige diesel rekenen.
Daarnaast heb je voor de 9-5 nog de keuze uit 2-liter Ecopower met 140pk, een 2.3l Ecopower met 185pk, een 3-liter V6 met 200pk en een zeer krachtige turbogeladen 2.3l Ecopower met 250pk. Allen benzines. Binnenkort wordt de 2.2TiD, uit de 9-3, ook verkrijgbaar op de 9-5. De goedkoopste 9-5, in Sedan-uitvoering, kost 1.226.333 BEF of 30.400 EUR. Voor de Estate moet je minstens 1.300.962 BEF of 32.250 EUR rekenen. De goedkoopste 3-liter diesel-versies komen voor die koetswerkversies op 1.391.727 BEF of 34.500 EUR en 1.466.355 BEF of 36.350 EUR.
Onze testwagen is een 3.0l V6 TiD 9-5 Estate in Vector uitvoering. Die heeft bovenop de standaard automatische Airco, elektrisch bediende ramen en centrale deurvergrendeling van het basismodel ‘Linear’ nog recht op 17-duims lichtmetaal, stof-leder bekleding, metaalafwerking van het dashboard, mistlampen, verwarmde zetels en discrete spoilers en zijskirts. Zonder opties komt de prijs van de testwagen op 1.607.545 BEF of 39.850 EUR. Als je de optionele uitrusting meerekent kom je aan 1.792.222 BEF of 44.428 EUR.