Onze Smart Cabrio & Passion heeft de 599cc driecilinder in lijn van 55pk op de achteras liggen. De Passion wordt overigens enkel met 55pk motor verkocht. Dat is de meest homogene vermogensversie binnen het benzineaanbod. De Suprex-motor heeft een turbocompressor in de uitlaatlijn. De laadlucht passeert daar via een lucht-luchtintercooler. Ondanks de 2 kleppen per cilinder garandeert de motor toch een uitstekende verbranding door 2 bougies per cilinder en een sequentiële inspuiting te gebruiken. De krachtbron laat zijn vermogen vrij bij 5.250t/min. Tussen 2.000 en 4.500t/min staat ook 80Nm klaar, maar wanneer het gaspedaal snel wordt ingedrukt zorgt een overboost-functie ervoor dat tussen 2.500 en 4.000t/min 88Nm vrij komt. Smart noteert een gemengd verbruik van 4,9l/100km. In normale omstandigheden komt dat neer op zowat 5,6l/100km, wat een actieradius van nagenoeg 400km oplevert met een tank die 22 liter groot is.
Schakelen doet de Smart&Pure en de Smart&Pulse middels een semi-automatische zesbak, Softip genaamd. Dat wil zeggen dat je enkel een gas- en een rempedaal hebt, maar toch nog zelf moet schakelen. Dat doe je dan door tegen het pookje te tikken. De Smart&Passion beschikt over een Softouch bak. Strikt genomen gaat het om hetzelfde bakje, maar je kan nu ook volledig automatisch rijden. Daartoe dien je de knop op de zijkant van de pook in te drukken. Je kan dus nog altijd zelf schakelen, maar zoals meestal het geval is leer je dat toch snel af. Het schakelgevoel is aangenaam omdat de bak eigenlijk schakelt zoals je dat zelf doet. Het geheel probeert hier de schakelovergangen niet weg te vlakken zoals een gewone automaat. Je voelt heel duidelijk dat de bak tussen de versnellingen door naar neutraal gaat. Zowel in de sequentiële als in de automatische stand gaat het schakelen eigenlijk iets te traag. Een handbak is bij elke overgang seconden sneller. Op fouten hebben we de automatische stand niet kunnen betrappen.
De Smart toonde zich met onze combinatie behoorlijk vlot in het verkeer. Vooral onder 60km/u gaat het erg vlot. Daarboven begint het kleine motortje wat meer last te hebben. Het autootje is natuurlijk behoorlijk onderstuurd. Dat kan bijna niet anders met zo’n smalle voorbandjes en achterwielaandrijving. Toch voelt het geheel voor maar 2,5m lang te zijn behoorlijk solide aan. Daardoor voelt het toch niet onnatuurlijk aan om op de autosnelweg pakweg 120 te gaan rijden. De begrenzer komt tussen aan 135km/u.
Ook tijdens het remmen eisen de dunne voorbandjes hun tol. De remmen zelf zijn voldoende krachtig en daardoor willen de voorwielen snel blokkeren. Het ABS-systeem met remkrachtverdeler komt dan aardig van pas.