Subaru is in onze streek niet meteen de meest flitsende naam, maar in Groot-Brittannië is iedereen laaiend enthousiast over het merk. Een uitgebreide kennismaking met de basisversie van de Impreza leert ons dat ze het aan de overzijde van het kanaal bij het rechte eind hebben. De Impreza is al verkrijgbaar sinds 1993, maar omwille van puike verkoopcijfers over de gehele wereld besliste Subaru nu pas tot een restyling over te gaan.
De Impreza is voortaan verkrijgbaar als TS (voor de 1.6), GX (voor de 2.0) en WRX (voor de 2.0 turbo). Prijzen beginnen vanaf 644.900 BEF of 15.987 EURO en lopen op tot 1.093.900 BEF of 25.481 EURO voor de duurste WRX-versie. Voor de Plus (de break) betaal je 34.000 BEF of 843 EURO extra.
Wie aan een Impreza denkt, denkt in de eerste plaats aan de beruchte WRX turbo. Subaru biedt echter meer dan dat. Wij reden deze keer met het basismodel met 1.6 benzine. Onze testwagen werd enkel uitgerust met een metaallak, een optie die 12.500 BEF of 310 EURO kost, waardoor er een prijskaartje van 657.400 BEF of 16.297 EURO aan hing. Voor dit bedrag krijg je dan twee frontale airbags, gordelspanners en spankrachtbegrenzers, het AWD-systeem, ISOFIX-bevestigingspunten voor kinderzitjes, startonderbreking, centrale deurvergrendeling, een snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging, vier elektrische ruiten en elektrische spiegels met ontdooifunctie, een buitentemperatuurmeter, met fluweel beklede zetels en bumpers in carrosseriekleur. ABS staat in de optielijst en kost 41.000 BEF of 1.016 EURO. De Impreza is niet echt een koopje, want concurrenten als een Mégane of Astra vierdeurs kosten 50.000 (1.240 EURO) tot 100.000 BEF (2.480 EURO) minder. Zelfs de veel grotere Skoda Octavia Combi hoeft niets te vrezen van deze Japanner. In basisversie kost die 80.000 BEF (1.983 EURO) minder. Het dient er wel bij gezegd dat je in geen van de andere gevallen met een echte 4x4-overbrenging rondrijdt. Moest de koers van de Yen terug naar een aanvaardbaar pijl dalen zou het plaatje er heel anders uitzien.