De vooruitgang in het interieur is in vergelijking met zijn voorganger aanzienlijk. Vooral de keuze van de materialen ging er op vooruit. Helaas deed de concurrentie dat ook en Toyota’s inhaalbeweging is niet voldoende groot om de goede middelmaat te ontstijgen. Het ziet er goed uit, maar omdat er toch steeds een zweem van plastic over blijft hangen, net niet goed genoeg. De aanblik van het nieuwe optitron-instrumentenbord doet ons dat evenwel vergeten. Dit vinden we met voorsprong het beste uit zijn klasse. De wit-rode wijzerplaten hebben een absoluut egale verlichting, zijn neutraal en toch stijlvol en garanderen een optimale zichtbaarheid in alle omstandigheden.
In de Corolla neem je plaats in ruime, voldoende steunende voorzetels, de bestuurderszetel is in de hoogte verstelbaar. Het stuur is eveneens in de hoogte te verstellen, maar we betreuren de afwezigheid van een diepteverstelling. Die had de zoektocht naar een goede rijhouding aanzienlijk kunnen vergemakkelijken want dat verliep nu maar moeizaam. Alle schakelaars zitten intussen exact waar je ze verwacht en er zijn geen bedieningsfuncties die echt gewenning vragen. De radio zit bovenaan het dashboard, net als bij zijn voorganger in een dubbel gestandaardiseerd (DIN) slot. Daardoor kunnen af fabriek, of achteraf gemonteerd, ook grotere GPS-systemen relatief eenvoudig ingebouwd worden.
Zowel voor- als achteraan is er voldoende ruimte aan het hoofd en de knieën. De Wagon biedt bovendien merkbaar meer ruimte voor bagage. Daar waar de drie- en vijfdeurs het met een kofferinhoud van 289l moeten stellen, kan de Wagon tot 402l laden. De achterbank is vanzelfsprekend in ongelijke delen neerklapbaar en de verkregen laadvloer is vlak. Ook binnenin zit alles uitstekend in elkaarij geen verrassende kraakjes en piepjes dus. Bij breaks wil de bagageafdekking nogal eens een bron van irriterende decibels zijn maar omdat het rolgordijn niet in onze testwagen zat, hebben we hier niet kunnen nagaan hoe dat zat.