De decibelproductie is één van de grootste nadelen van de TDI. De Polo is geen uitzondering. De driecilinder produceert een specifiek geluid dat vooral bij lage toerentallen in de eerste versnellingen prominent in het interieur aanwezig is. Voor een wagen die zich ook als stadswagen profileert is dat nadelig. Aan hogere snelheden, pakweg op de autostrade, is het veel beter en kan je ook constateren dat windruis amper aanwezig is.
De Polo staat op een geheel nieuw onderstel, dat eerder al voor de Skoda Fabia diende, en ook gebruikt wordt voor de nieuwe Seat Ibiza. Het vorige onderstel was, net als bij de Golf, een teer punt. We hebben eerder al bij de Fabia Combi (zie testarchief) kunnen vaststellen dat de nieuwe generatie competitiever is, al kan de Polo ons niet helemaal bekoren. Ondanks een gewijzigde McPherson voortrein en een nieuwe achtertrein met koppelstangen blijft de Polo zeer nadrukkelijk onderstuurd en blijft het systeem Őzij het in mindere mate dan zijn voorganger- last hebben van pompneigingen. Op een goede vlakke weg is er geen vuiltje aan de lucht, maar putten en snelle bochten vermijd je beter. De feedback die de bestuurder krijgt is matig. Voor zowel de feedback als het onderstuurde weggedrag ligt evenwel niet alle schuld bij het onderstel. VW voorziet de 1.4TDI immers van behoorlijk smal 165/70 rubber. De wagen vraagt meer. Waar dat smalle rubber wel goed voor is: als het regent heb je zo goed als geen last van het waterij die smalle bandjes snijden prima de plassen door.
De door Volkswagen voorziene stoppers kwijten zich uitstekend van hun taak. De geventileerde schijven vooraan en schijven achteraan grijpen enthousiast aan en het pedaal laat een goede dosering toe. Fading is niet onbestaande, maar ligt ver voorbij de grens van wat zich als een normale rijstijl kwalificeert.