Net als bij de zetels zijn de ingenieurs er op zo goed als elk vlak in geslaagd een aangenaam evenwicht te vinden tussen de wensen van een sportieve chauffeur en die van een kilometervreter. Het geluidsniveau is laag, behalve hoog in de toeren (en er is wel wat windruis hoorbaar), het bekrachtigde tandheugelstuurtje laat je voelen wat de voorwielen doen zonder daarin te overdrijven en de ophanging (dubbele driehoeken, gasschokdempers en schroefveren vooraan en een langsarm schroefveren en gasschokdempers achteraan) doet eigenlijk net hetzelfde. Die is achteraan aangepast om minder plaats in te nemen en werd omwille van een betere belaadbaarheid wat stugger afgesteld dan bij de berline. Alles voelt degelijk en al snel vertrouwd aan, maar toch zijn er nog concurrenten die een wat betere afstelling gevonden hebben. We denken dan bijvoorbeeld aan de Mazda 6 die, afgezien van opinies over het uiterlijk, toch een wat hoger niveau haalt.
Het weggedrag is gezond progressief onderstuurd, maar dat treedt niet snel op. Door in de bocht op de rem te gaan staan, of van het gas af te gaan kan je de achterkant wat naar buiten zetten. Toch blijft ook dat goed controleerbaar. Tractie is een teer punt, vooral bij Japanners, al lijkt Honda dat hier goed onder controle te hebben. Met bandenmaat 205/55/R16 is de Accord zeker niet overmatig geschoeid, maar wielspin steekt bij de 2.4 nauwelijks eerder de kop op dan bij de 2.0 met dezelfde bandenmaat. Ondanks een goede doseerbaarheid en aangenaam pedaalgevoel zijn we niet geheel tevreden van de remmen. De schijven (300mm vooraan, geventileerd, 282mm achteraan) zorgen wel voor een vertraging overeenkomstig de prestaties, maar raken snel verhit als je ze herhaaldelijk hard moeten werken.