De koets heeft een Cx van 0,35, maar we hebben kunnen constateren dat de luchtstroom over de wagen niet zo gunstig verloopt als we wel zouden willen. Daardoor komt er ook met de zijruitjes omhoog verassend veel tocht (en het bijhorende stof) in de wagen terecht. De Z4 is van alle cabrio’s die we al gereden hebben degene die een windscherm het meest nodig heeft. Ook op het vlak van de afwerking hebben we een opmerkingij Visueel zit alles snor; de koetswerknaden zijn fijn en gelijklopend, alle materialen zien er degelijk uit, geen gerammel of gekraak, maar als je de deur dichtsmijt merk je dat de typische doffe ‘klonk’ heeft plaatsgemaakt voor een eerder luidruchtige metaalachtige slag. Da’s spijtig omdat het een niet zeer goede -subjectieve- indruk geeft. Wél leuk en zeer intelligent is de vormgeving van de kap. Het voorste, harde deel, is immers zo vormgegeven dat het bij het neerklappen van de kap een afdekking vormt die perfect in de lijn is geïntegreerd. Geen gerommel met een manueel aan te brengen afdekhoes of een mechanisch bediende afdekkap. Minder onderdelen en een snellere bediening zijn het resultaat.